GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 48

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 48

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ontstaan van het pi in amsterdam

mansoren gezegd. Wilde de vu niet achterblijven dan moest ze, net als andere universiteiten deden, een hoogleraar pedagogiek aanstellen. De vu die als bijzondere universiteit vooral draaide op contributies van leden en giften van begunstigers kwam zo redelijk goedkoop aan een hoogleraar pedagogiek, want het gsv zou 3/7 deel van het honorarium betalen. Dit mocht een tweetal bepalen waaruit de vu dan een keuze zou maken. Het kwam in 1925 met de namen S. O. Los en Waterink. Het werd de laatste, die niet alleen jonger was dan Los, maar ook voor wat betreft zijn onderzoek had laten zien dat hij op een heel eigentijdse wijze omging met vraagstukken op het gebied van de pedagogiek. Statistisch onderzoek vormde daarin een modern element. Het nadeel dat hij nog weinig wetenschappelijke publicaties op zijn naam had nam men voor lief.3 Zijn opdracht betrof aanvankelijk alleen de pedagogiek, als een nieuwe discipline binnen de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte. Bij theologie kreeg hij een aanstelling voor de ambtelijke vakken, waaronder catechese. De benoeming van een theoloog op deze post was overigens niet vreemd. Pedagogiek was zeker in Nederland een nieuwe tak van wetenschap en daarin opgeleide personen waren er dus nog niet.4 Ook de in dezelfde tijd benoemde hoogleraren pedagogiek aan andere universiteiten hadden doorgaans een theologische of wijsgerige achtergrond.5 Vanwege zijn bijzondere verdiensten is zijn buitengewoon hoogleraarschap in 1929 omgezet in een ordinariaat. Toen is ook zijn opdracht uitgebreid met toegepaste psychologie, pedologie en psychotechniek, terreinen waarop hij zich al had geprofileerd. Opmerkelijk in de opdracht van Waterink was de psychotechniek. Dat was een nieuw terrein in de psychologie. Het doel ervan was te komen tot meetbare resultaten en statistisch onderzoek binnen de psychologie. De natuurwetenschap diende daarbij als voorbeeld. Met vrucht was deze techniek al toegepast in andere laboratoria en instellingen. Daar betrof het vooral school‑ en beroepskeuze en het ontwikkelen van meetbare kwalificaties van beroepen (zie hoofdstuk 3).6 Waterink week af van die gangbare trend door psychotechniek ook in te zetten voor het onderzoek van jonge kinderen. De kinderen kreeg hij aangeleverd van vrienden. Hij begon al in 1926 met dit onderzoek en kreeg onderdak in het Psychologisch Laboratorium van de aan de vu verbonden Valeriuskliniek. Dat bevond zich net in een crisis door het vertrek van de hoogleraar en hoofdassistent naar andere universitei-

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 47 2e proef

47

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 48

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's