GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 74

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 74

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ontstaan van het pi in amsterdam

lezen, rekenen of schrijven, door Waterink aangeduid als alexie, acalculie en agrafie. In samenwerking met de school ontwikkelde het laboratorium aangepast leermateriaal voor rekenen en taal. Die problemen zouden niet verdwijnen, maar door aangepast materiaal kreeg het kind wel hulpmiddelen om de problemen wat te overwinnen. Bij ontslag ontving de onderwijzer hiervoor de nodige richtlijnen. Soms vond men bij kinderen van wie de diagnose bij opname wel duidelijk was, aanvullende problemen, die voor het kind een extra handicap waren. Een zesjarig jongetje met het syndroom van Down dat nog niet praatte, bleek bijvoorbeeld doof te zijn. Hij is doorgestuurd naar Effatha. Een ander kind met dezelfde handicap bleek een te langzaam functionerende schildklier te hebben, waardoor het traag was. Dit was bijvoorbeeld ontdekt door röntgenfoto’s van de handwortel.53 Bij verscheidene typen kinderen vormde het praten een extra probleem. Zij spraken niet of gebrekkig, stotterden en hakkelden. Daarom ging het instituut in 1936 een samenwerkingsverband aan met mevr. P. C. Weeldenburg-Gisolf, die in het instituut een gratis onderkomen kreeg voor haar ‘consultatiebureau voor spraak‑ en stemafwijkingen’. In ruil daarvoor moest ze kinderen uit het instituut ‘kosteloos’ behandelen.54 In de jaarverslagen ging veel aandacht uit naar de speciale gevallen, om het belang van het instituut aan te tonen. Dat van 1935 maakte melding van een jongen met sensorische afasie: hij kon niet praten sinds een hersenziekte op tweejarige leeftijd. Zijn gehoor was echter intact. Bij onderzoek bleek dat zijn visuele waarneming uitstekend functioneerde en dat zijn intelligentie bovennormaal was. Twee jaar later beschreef Waterink een vijftienjarige jongen met juveniele paralyse, die was opgenomen met de diagnose congenitale lues. Dat is een geslachtsziekte die bij de geboorte van de moeder op het kind is overgedragen. Hij kreeg psychosen en in enkele weken tijd was het een geestelijk wrak geworden. Dit ging gepaard met halfzijdige verlammingen en niet meer kunnen spreken. Behandeling met malariamedicatie, toen ook gebruikt voor psychosen, hielp bij deze jongen niet. De jaarverslagen geven tevens aan dat Waterinks werk in zijn instituut voor een belangrijk deel aansloot bij wat in vakbladen verscheen. Dat geldt allereerst de aandacht voor echte ‘domheid’ en ‘schijndomheid’. Ook discussie over leer‑ en levensverstand in de pedagogische vakbladen zien we weerspiegeld in de jaarverslagen. Er zijn kinderen

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 73 2e proef

73

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 74

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's