GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 40

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 40

Eredoctoraten aan de Vrije Universiteit sinds 1930

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

eredoctoraten

dien bekleed wist met het onzichtbare gezag van de erfgenaam van de stichter van de Vrije Universiteit. Kuyper was het ook die Rullmann zijn bul overhandigde. Zijn toespraak bij die gelegenheid is met de kennis van tegenwoordig niet zonder een gevoel van vervreemding te lezen. Niet alleen had Rullmann als bewonderend toehoorder in de collegebanken van zijn erepromotor gezeten, Kuyper sprak ook met een nu merkwaardig aandoende distantie over het werk dat de kersverse eredoctor verricht had ten behoeve van de bibliografie van ‘Dr. Kuyper’, waarmee hij op zijn vader doelde. De belangrijkste reden voor de toekenning achtte Kuyper gelegen in ‘de warme liefde’ die uit zijn geschiedschrijving sprak ‘voor de mannen, die God ons schonk in de 19e eeuw, om ons volk weer terug te voeren naar Zijn Woord. Het machtige werk Gods, dat Hij door hun hand tot stand heeft gebracht in Zijn Kerk, voor ons volk te beschrijven, is Ds. Rullmann’s levenstaak geweest, en die taak heeft hij met eere vervuld.’ Rullmann op zijn beurt beschouwde het als ‘een bijzonder voorrecht’ juist uit handen van zijn leermeester het doctoraat te mogen ontvangen, aangezien Kuyper hem historisch had leren denken. De historicus en bibliograaf Rullmann heeft het einde van de verzuiling, dat rond 1960 zijn beslag krijgt, nauwelijks overleefd. De tweede editie van de Christelijke encyclopedie, toch een werk dat de traditie in ere hield, nam hem niet eens op. Dat deed wel het veel modernere Biografisch Lexicon voor de geschiedenis van het Nederlands Protestantisme. Zo werd de veelschrijver en verdienstelijk bibliograaf, die in 1930 nog zoveel erkenning had gekregen voor zijn onblusbare ijver, toch nog recht gedaan.

j. j. c. van dijk (1938) Jannes Johannes Cornelis Van Dijk (1871-1954) was in de jaren dertig de enige, die in aanmerking kwam voor een eredoctoraat. Tussen 1929 en 1949 was hij directeur van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag en bekleedde daarnaast tal van nevenfuncties, variërend van het voorzitterschap van de vereniging krankzinnigengesticht ‘Vrederust’ te Bergen op Zoom tot aan het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen van het dagblad De Standaard. In zijn ambtelijk leven was Van Dijk tussen 1921 en 1925 al

39

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's

'Het is ons een eer en een genoegen' - pagina 40

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 2007

Historische Reeks | 191 Pagina's