GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 158

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 158

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

beleid en doelmiddeltheorie

beleid en doelmiddeltheorie Politicoloog Dirk Boonstra bewoog zich eveneens op welzijnsterrein, met zijn promotieonderzoek naar politiek vormingswerk en jeugdbeleid, onder leiding van Kuypers. Diens stem klonk in Boonstra’s dissertatie, verdedigd in 1980, duidelijk door. ‘Politiek kan in onze ogen het meest vruchtbaar worden bestudeerd door “beleid” als kernobject van de politiek te nemen,’ meende Boonstra. ‘Beleid opgevat als een door een of meer actoren gekozen samenstel van doelen, middelen en tijdstippen.’40 Ook het proefschrift van een eerdere promovendus van Kuypers, Gé Noordzij, die in 1977 de doctorstitel verwierf, was trouwens een oefening in finale methodiek. Noordzij’s dissertatie, getiteld Systeem en beleid, bood een massief-theoretische uiteenzetting die doelen en middelen in hun context probeerde te bezien,41 iets waaraan het volgens critici schortte bij Kuypers. Diens denkkracht en originaliteit waren doorgaans boven alle twijfel verheven, in tegenstelling tot zijn praktische zin. Dit laatste wreekte zich in het onderzoek naar de kamerverkiezingen van 1967. Analoog aan zijn doelmiddeltheorie beschouwde Kuypers het gedrag van de kiezers niet, zoals in verkiezingsonderzoek gebruikelijk, als het gevolg van een aantal oorzaken (maatschappelijke omgeving, voorstellingen van bestaande politieke situaties). Geen causale maar finale benadering: leidraad was niet de bestaande maar de gewenste situatie. Volgens Kuypers gebruikten kiezers hun stembiljet ‘als een middel om bepaalde voor hen geldende doelen te bevorderen.’ Ook zij hadden, net als kabinetten, politieke partijen en pressiegroepen, een ‘beleid’; ze wensten iets en handelden daarnaar in het stemhokje. Grote moeilijkheid was dat het ‘beleid’ van een kiezer, in tegenstelling tot kabinet, partij of pressiegroep, nergens was vastgelegd.42 Tien jaar liet het eindverslag van het verkiezingsonderzoek op zich wachten, een tijdsspanne die Kuypers mede aan de studentenrevolte weet. De woelingen hadden zoveel tijd voor onderwijs en beheer opgeëist dat het onderzoek in het slop was geraakt. De eindrapportage van het onderzoek naar de landelijke stembus van 1967 verscheen uiteindelijk in 1977 en bevestigde wat inmiddels al wel bekend was: dat het ‘doel’ van de kiezer meer door affectie dan logica werd bepaald, meer door emotionele dan rationele factoren. Ruim de helft van de ondervraagden wilde met zijn stem invloed uitoefenen op de samenstelling

157

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 158

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's