GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 168

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 168

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

samenwerking en taakverdeling

samenwerking en taakverdeling In Schoorls staf was de verontwaardiging niet minder groot. Wat wist Mundus, waarin sociologie‑ en politicologiestudenten domineerden, nu eigenlijk van het Hederaproject af? En van culturele antropologie/ niet-westerse sociologie in het algemeen? In het organisatorische verband van sociaal-culturele wetenschappen, zoals dat sinds 1964 bestond, onderscheidde de subfaculteit zich door een relatieve Alleingang. De cultureel antropologen en niet-westers-sociologen hadden hun eigen huisvesting: tot 1970 aan de De Lairessestraat, daarna op de twaalfde verdieping van het hoofdgebouw aan de De Boelelaan. Het rumoer bij sociologie en politicologie, aan de Koningslaan en Prins Hendriklaan, werd op afstand gevolgd. Ook de verhoudingen tussen docenten en studenten waren anders dan die bij sociologie en politicologie. De kleinere studentenpopulatie bevorderde persoonlijk contact, dat tevens werd gestimuleerd door het specifieke karakter van het antropologische en niet-westers-sociologische veldwerk. Tijdens leeronderzoeken en stages in het buitenland, zoals in Spanje, Tunesië, Senegal, Marokko, Pakistan en Indonesië, ontstonden vaak nauwe banden tussen docenten en studenten.60 Disciplinair-wetenschappelijk nam de subfaculteit culturele antropologie/niet-westerse sociologie evenzeer een aparte positie in. Dit was een gevolg van een in 1966 uitgevaardigde ministeriële oekaze het onderwijs en onderzoek in Leiden te concentreren, met nevenvoorzieningen aan de vu en de Katholieke Universiteit Nijmegen, op grond van het bijzondere karakter van beide instellingen. Aan de vu leidde dit tot het voornemen, verwoord in het eerste ontwikkelingsplan 1969-1972, de nadruk te leggen op christelijke minderheden in Derde-Wereldlanden. Beraadslagingen in de sectie culturele antropologie van de Academische Raad baarden in 1975 de nota Samenwerking en taakverdeling. Daarin kreeg de vu de basisvoorzieningen symbolische antropologie en sociologie van het ontwikkelingsbeleid toegewezen, alsook drie thematische specialisaties: politieke, religieuze en urbane antropologie. Het lopende onderwijs en onderzoek was binnen dit kader gewaarborgd, dat daarnaast ook een raamwerk bood voor onder meer deelname aan het Programma voor Indonesische Studies en het Remplodproject (remigratie van gastarbeiders), beide ondersteund door de minister voor ontwikkelingssamenwerking.61

167

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's

Peter Bak__Historische Reeks Deel 14 - pagina 168

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2013

Historische Reeks | 401 Pagina's