Israëlitische Oudheidkunde en Archaeologia Sacra - pagina 36
Rede gehouden bij de aanvaarding van het ambt van hoogleeraar in de Semietische Talen en Letteren aan de Vrije Universiteit te Amsterdam
37 Dat bij identificatie van Tyropoeon-dal en El-Wad de Acra ten Zuiden van het Tempelplateau moet worden gezocht, is m i. evident. Volkomen consequent oordeelt dan ook Gruthe (t. a. p . ) : „Die Unterstadt oder Acra lag im Süden des Tempels." Minder beslist zegt B e n z i n g e r (Aren. bl. 4 7 ) : „Soweitunsre jetztige Kenntniss reicht, sprechen gewichtige Gründe dafür, dass sie im Süden des Tempels lag". Maar bepaald inconsequent schijnt mij B o v e t , wanneer hij zegt (t. a. p. bl. 223): „Ik ben vrij geneigd te gelooven dat Akra de kleine hoogte was, die ten N . W . van den tempel gelegen was en is, waar de weg der smarte begint." Tweede theorie: Volgens de toongevende onderzoekers van voor eene halve eeuw begint het Tyropoeon-dal nabij de Jaffapoort en loopt vandaar eerst naar 't Oosten, om zich vervolgens (samenvallende met den benedenloop van El-Wad) Zuidwaarts te wenden. Hierdoor wordt het terrein der Bovenstad naar 't Noorden scherp begrensd (ze valt nu samen met den zoogen. „traditioneelen Sion") en moet ze een deel van haar gebied afstaan aan de Acra, die nu ten Westen van 't noordelijk ge deelte van het Tempelplateau komt te liggen, terwijl de boven loop van El-Wad de nXuxtla yégayl tusschen Acra en Tempelberg wordt. Zoo hebben o.a. geoordeeld Ed. R o b i n s o n (Neue Un tersuchungen über die Topographie Jerusalems, Halle 1847, bl. 7 seq.; Neue biblische
Forschungen, Berlin
1857, bl. 270
seq.), D e W e t t e - R a e b i g e r (a. w . bl. 166—167), W a r r e n (a. w . bl. 52 seq.). Ook D e V i s s e r (a. w . bl. 136) laat de mogelijkheid van dit gevoelen nog open, maar te oordeelen naar de keuze zijner uitdrukkingen helt hij meer tot de eerste theorie over. 4
Derde theorie: De Zwitsersche predikantszoon en geneesheer Dr. T i t u s T o b l e r (1806—1877), een der zorgvuldigste onder zoekers van Jeruzalem, verwierp ook de gedeeltelijke identificatie van het Tyropoeon-dal met El-Wad. en zocht het eerstgenoemde (Zwei Bücher Topographie von Jerusalem, Erstes Buch, Berlin 1853, G. Reimer, bl. 38—39) in een smal dal, dat van Noord naar Zuid midden door den „traditioneelen Sion" loopt. Hij zegt
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 4 mei 1905
Inaugurele redes | 48 Pagina's