Vijfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 55

LT

behoeften voor den troon brachten, en door gaven der vertroosting die met ons deelen wilden. Hartelijk dank aan allen, die zoo menig verrassend blijk van gemeenschap der nooden en des lijdens ons hebben toegedacht en gebracht. Door bijdragen, collecten, tienden, een goed woord, eene stille bede. Hunne eigene ziel moge er in verkwikt zijn door Gods barmhartigheid. Want waarlijk, het is zaliger te geven dan te ontvangen! En vergunt mij op grond van deze zalige waarheid onze behoeften vrijmoedig u bekend te maken, en u verder dringend op het hart te leggen. De ontvangsten in het afgeloopen jaar bedroegen / 4316,565 De uitgaven „ „ , , , , 5336,565 Zoodat er een nadeelig saldo blijft van . . . . „ 1020.— Naar onze berekening geen gunstig resultaat. Maar naar 's Heeren beschikking wordt ons „minder" een „meerder" van diepe afhankelijkheid, en soms, eer wij het wachten mochten, een meerder van louter verrassingen. In vergelijking van het vorige jaar mogen wij zeggen: ja, dat is ons ook nu geschied! Want toen bedroegen de ontvangsten pas ruim de helft van hetgeen we nu ontvingen. En wie weet hoe het ons dit jaar mag geschieden! Zal ons aller wensch en wil daarheen gericht zijn, dat we ook in deze een rijken oogst van voorspoed zien mogen? Gods goedertierenheid wil het, Gods genade geve het ons in hart en hand! De gaven, - die wij ontvangen mochten, werden ons in groote en kleine bijdragen gezonden. Hoe menigmaal is ons het penningske der weduwe tot vreugde geweest! En hoe hoog klommen soms de giften dergenen, die bij honderden mogen tellen, waar anderen te nauwernood een stuiver kunnen missen. Laat de wereld haar goud en zilver over hebben voor de afgoden; wie den prijs der verlossing onzer ziele ziet, die kent maar ééne plaats der oflferhande, aan de voeten des Heeren, in Zijnen naam en voor Zijne zaak. Onze uitgaven bepaalden zich, naar het doel van het fonds, tot ondersteuning van behoeftige studenten. Vijftien onzer jongelingen ontvingen ieder een stipendium van ƒ 300. terwijl nog aan enkelen eene toelage in eens gegeven werd. Waarlijk, tegenover het bedrag van beurzen aan de Rijks-Universiteiten, is deze som niet groot. En menigeen had met zulk eene ondersteuning niet meer dan een kruk om door een leven van allerlei ontbering heen téstrompelen. Maar geen nood; de Heere heeft hen gesteund en geholpen. En sints het Hospitium geopend werd komt er ruimte des levens. Want wij herbergen daar onze jongelingen voor fS60 'sjaars. Eenieder, die daar woont en verkeert, zegt: 't is daar goed wonen! En voor eiken dag genoeg!

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen