Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 51

XLIX

geven te meenen, dat we nu niet zóó dringend Uwe zorge en toewijding zouden behoeven. Gij weet het wel, dat onze Universiteit, wat onderwijs, kracht en ruimte van gebied betreft,nog gansch niet is, waar zij wezen moet en dat zij zelfs, om te blijven, wat zij is, geheel Uwe toewijding behoeft. Zij wor^e steeds meer de stoffe van Uw gebed, het voorwerp Uwer belangstellende werkzaamheid, 't Zij Ü eene eere, onzen God in dezen te dienen. Met dankbare waardeering mogen wij weder melding maken van de ontvangst der gewone jaarlijksche bijdrage ad f 2000 van N. N. ten behoeve van ons Hospitium. De schuld, echter van deze Stichting steeg, tengevolge van de aan haar gegeven uitbreiding, tot ongeveer een halve tón gouds. Wij hebben dezen schuldbrief uitgebreid voor het aangezicht van Hem, Wiens het goud en het zilver is. We durven die ook U vrijmoedig voorleggen. Dank zij de edele toewijding der geachte Directrice, Mevrouw A. C. E. Mond, die in haar groot huishouden de huiselijkheid weet te bewaren, beantwoordt het Hospitium, ja, overtreft het onze billijke verwachtingen. Waar wij dan ook met broederlijke waardeering gewagen van veler broederen en zusteren steun, daar roepen wij hun en allen toe: „Vergeet het toch niet, dat Gij een rijken God hebt en dat dit kind Uwer zorge eene halve ton schuld heeft!" Onze hope is op den Heere, dat Hij ons in onze goede verwachtingen van U niet zal beschamen en we te midden van de dagelijksche bemoeiingen en zorgen met een blijmoedig hart aan deze Stichting en hare Directrice mogen blijven verstrekken, niet wat weelde, maar wat de nooddruft eischt. Broeders en Zusters! Onze jaarrekening is in zeker opzicht ook de Uwe. De oogen onzes Gods rusten er op! 't Staat daar in cijfers, wat geestelijke gave hij U schenken wilde en wat Gij daarvoor als een offer der dankbaarheid voor Hem meendet te mogen en te moeten afzonderen. Neen, geen onzer zal zich op de uitkomst kunnen verheffen. Bij ons beschaamdheid des aangezichts; bij Hem genade voor genade, maar dan ook, de eisch der liefde tot vernieuwende toewijding van hart en hand! De God nu des vredes, die den grooten Herder der schapen, door het bloed des eeuwigen testaments uit de dooden heeft wedergebracht, namelijk onzen Heere Jezus Christus, die volmake U in alle goed werk, opdat Gij Zijn wil moogt doen, werkende hetgeen voor Hem welbehagelijk is door Jezus Christus ! Namens het Bestuur, S. J. SEEFAT, Penningmeester. AMSTEBDAM, 31 Mei

1888. lY

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen