GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 38

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXXVI

colleges die hij te houden heeft, aan, en helpt hem in zijne studiën^ welke in een bepaald tijdsverloop, 3 S, 4 jaren, moeten voleindigd zijn. Het doel der studie is in de eerste plaats om den jongeling op te leiden tot gentleman; daarom wordt vooral op algemeene ontwikkeling de nadruk gelegd ; terwijl ook voor het physieke zorg gedragen wordt door middel van lichaamsspelen als anderszins. Eindelijk wordt ook in de godsdienstige behoeften voorzien, door het regelmatig houden van godsdienstoefeningen, die aan de Universiteit zijn verbonden. Welk een verschil tusschen de toestanden in Engeland en op het vasteland! Ten onzent meent men, dat elk toezicht, elke uitoefening van tucht met de waardigheid en vrijheid van een student in strijd is. En toch is desondanks ook ten onzent de opvoeding een hoofdmoment aan onze openbare Universiteiten. Hoe zij geschiedt behoef ik U niet te beschrijven. Uitgeroeid moeten worden al de „vooroordeelen" die men in het ouderlijk huis heeft opgedaan; vrijheid in leven en leer moet op den voorgrond staan; het groenloopen is de leerschool, die men om tot die vrijheid te geraken doorloopen moet! Dat daarbij altijd het zich gedragen als „gentleman" opden voorgrond treedt, zal gewis door weinigen worden beweerd. Is opvoeding een der doeleinden van de academische opleiding^ dan gevoelt elk Christen reeds terstond de noodzakelijkheid eener Christelijke Universiteit. Ik beweer niet, dat aan Universiteiten die met het Christendom niet rekenen een Christelijk leven onmogelijk is. Doch waar geheel de omgeving met het Christelijk geloof heeft gebroken; waar dagelijks de meest onchristelijke levenswijze als normaal, al? den vrijen student waardig wordt voorgesteld; waar in de grofste uitspattingen geen zonde, zelfs geen gebrek aan fatsoen wordt gezien; waar, in de meeste kringen, over God en den Heere Jezus Christus öf nooit of spottenderwijs of zelden anders dan als een „onderwerp van discussie" gesproken wordt; d^ar kan het Christelijk leven niet tot ontwikkeling komen; daar wordt deelneming aan het studentenleven vaak verzoeken van God; daar blijft voor een ernstig jong man niets anders over dan zich geheel aan het openbare studentenleven te onttrekken^ in welk geval echter hij datgene mist, wat juist op dien leeftijd voor zijn ontwikkeling broodnoodig is, nl. de omgang met andere studenten. Met „Dijkiaansche stichtingen" kan het kwaad niet verholpen worden, omdat deze eigenlijk berusten op het beginsel van het zich terugtrekken uit het studentenleven, uit de wereld waarin de student geplaatst i s ; en omdat zij voor hen die er niet in opgenomen zijn weinig vruchten kunnen afwerpen. Het eenige wat afdoende helpt is het leven in eene Christelijke Universiteit, met Christelijke zeden; alzoo in een omgeving

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Jaarboeken | 196 Pagina's

Dertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 38

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1893

Jaarboeken | 196 Pagina's