GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 60

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

LX

Blijft er dan geen grond over om toe te staan, dat het geloof zich op eigen gebied terugtrekke en een afzonderlijke wetenschap biede, terwijl recht wordt gelaten aan degenen, die het geloof miskennen en verwerpen, om door de zinnen stof op het gebied der wetenschap bijeen te brengen en op hunne wijze te verwerken door het intellect? Met andere woorden, mag toegestaan, dat de geloovige zich alleen bekommert om de theologische wetenschap, wier terrein tot het geloof behoort, terwijl de wetenschap omtrent de zinnelijke wereld wordt overgelaten aan degenen, die buiten het geloof staan? En als tweede vraag, mag het vervolgens toegestaan, niet dat de geloovigen zich voorloopig terugtrekken, maar, dat ze afstaan van den eisch, van Godswege hun gesteld, om juist als geloovigen positie te nemen niet alleen op het gebied der heilige Godgeleerdheid, maar op alle gebied van wetenschap ? Brengt, zoo vraagt spreker, wat Dr. Bavinck zeide aangaande geloof en wetenschap al of niet tot ons den eisch, om op den weg, door deze vereeniging ingeslagen, voort te wandelen en als geloovigen te arbeiden, niet alleen voor eene school voor theologie, maar voor eene universiteit, die recht doet toekomen aan alle gebied van wetenschap? Spreker had gaarne hierop een antwoord verwacht. Prof. BAVINCK, alsnu het woord verkrijgend om de vorige sprekers te beantwoorden, meent met een kort antwoord te kunnen volstaan. Voorloopig constateert hij, dat er over het geheel genomen geen principieele tegenspraak door één der sprekers in het midden is gebracht en dat dus de verhouding van geloof en wetenschap, zooals die door hem omschreven is, door allen is aanvaard. In antwoord op Dr. Kuyper's opmerking, dat door zijne beschouwing van de ontwikkeling des geloofs te veel ontkend werd de band aan de Heilige Schrift, die reeds bij kinderen gelegd wordt, zegt hij, onder dankzegging voor de opmerking, dat het zijne bedoeling is geweest, de tegenstelling te doen uitkomen tusschen het uitwendig historisch bewijs, dat niet leidt tot het ware zaligmakende geloof, en de openbaring Gods in Zijn Woord. Het was hem niet te doen om aan te toonen, wanneer het geloof ontstaat, maar wel om te doen uitkomen, dat men, hetzij dit op vroegeren of lateren leeftijd geschiedt, alleen door een geestelijk proces door de leiding des Heiligen Geestes komt tot het geloof aan de Heilige Schrift en haar gezag. Hoe het geloof in de verschillende perioden ontstaat, wordt niet in het referaat besproken. Daarvoor is het te kort. Vervolgens dankt hij Mr. Heemskerk voor zijne leerrijke herinneringen. Op 'zijne vraag, wat het doel en het wezen van de wetenschap is, antwoordt hij, dat zonder twijfel de taak en roeping der wetenschap is, het rapport der verschijnselen na te gaan.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's

Veertiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 60

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1894

Jaarboeken | 207 Pagina's