Twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 28

XXVI

kleinen kring dit jaar aanvankelijk vervuld, toen Dr. H. H. Kuyper, predikant te Leeuwarden, op den 20^*™ October 1899 werd benoemd als gewoon hoogleeraar in de Theologische faculteit, die zijn ambt op den 26s*«'> Januari 1900 aanvaardde met een rede over: „Eet gereformeerde beginsel en de Kerkgeschiedenis.^' Zij de komst van dezen hoogleeraar, wien de Heere tot in lengte van dagen tot een rijken zegen voor onze Universiteit stelle, het begin van een spoedige en ruime vermeerdering harer leerkrachten \ Ook onze Curatoren, in wier midden de plaats van den onvergetelijken Keuchenius nog steeds onbezet is, bleven voor hun arbeid gespaard. In het Directorium eindelijk, kwam geen verandering. De Voorzitter werd op de jaarvergadering herkozen, tot tweeden plaatsvervanger van bestuursleden werd de heer J. H, de Waal Malefijt op diezelfde vergadering herbenoemd; Een punt dat in ons vorig jaarverslag niet kon vermeld, omdat het, hoe actueel ook bij het publiceeren daarvan, buiten den tijdkring viel waaromtrent dat verslag ging, is het voorstel van Prof. Dr. H. Bavinck te Kampen, in zake de eenheid van opleiding der toekomstige predikanten in de gereformeerde kerken. Dit voorstel, door genoemden hoogleeraar in twee vlugschriften gedurende de eerste maanden van 1899 bij de gereformeerde kerken in JSTederland aan de orde gesteld, raakte in zoover ook de Yereeniging, omdat daarbij de Theologische faculteit aan hare Universiteit ter sprake kwam. Hoewel de bedoeling van den geachten voorsteller, die op de vorige jaarvergadering te Middelburg door Prof. Rutgers zoo terecht „een vriend van de Yrije Universiteit" werd genoemd, en die door meer dan één daad zich ook een vriend onzer Yereeniging heeft betoond, waardeerend, meenen wij toch niet minder te moeten waardeeren, dat de kerken dezen zomer in generale Synode te Groningen vergaderd, op bedoeld voorstel niet zijn ingegaan. Onder andere overwegingen werden de gereformeerde kerken daarbij ook door deze geleid, dat gebleken was, „indien niet officieel, dan toch officieus zoowel in daden als woorden, dat de Yereeniging voor ïïooger Onderwijs bovenbedoeld voorstel voor zichzelf onaannemelijk achtte en in den geest of in den zin van dat voorstel aan geen ineensmelting der beide opleidingsscholen denken kon." (Zie Acta der Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland, gehouden te Groningen, van 15 tot 30 Augustus 1899, p. 19). Het gebouw onzer vereeniging beantwoordde tot nog toe aan de eischen die èn het verblijf der studenten èn het houden der colleges mag stellen. Toch zal zich in elk geval de behoefte aan meer ruimte eerlang doen gevoelen, waarom Directeuren niet aarzelden, toenhethuis belendend aan het gebouw onzer vereeniging voor matigen prijs verkregen kon worden, van deze aanbieding gebruik te maken.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen