Zes-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 38

XXXVIII s

E n als we dan gedankt en gebeden hebben, jubelen we het nog een uit. uit volle borst: Leve, groeie en bloeie onze Vrije UniversiteitI Prof. Fabius is het niet in alle opzichten met het door den h Brummelkamp gesprokene eens. Het wetsontwerp, waarvan hij de aanneming met de meeste ingenomenheid begroet, ontneemt ons wel eSO en ander van de vrijheid, die we tot heden bezaten. We zijn n i gansch en al meer vrij in het maken van ons leerplan en ook niet mee in de regeling van onze examens. Over deze dingen is vooral in den laatsten tijd in het buitenland, met name in Duitschland, zeer veel g ' schreven. Bij de verdeeling van de verschillende leervakken konden * ' ons tot nu toe aan de omstandigheden aanpassen; doch dat is nu uitToch mag die vrijheidsbeperking ook weer niet te ernstig worden op' gevat. Immers voorheen waren we ook min of meer gebonden. Reg was toen 'vrij wel, dat onze juristen ook college liepen aan de stedelijk Universiteit te Amsterdam en daar examens aflegden, zoodat men aan onze juridische faculteit wel genoodzaakt was daarmede rekening houden. e e r

e t

r

e

e

e

6

t e

0

Doch de vrijheidsbeperking, die besproken wordt, kan gemakkel * worden gedragen, n ü de zaak van den effeetus civilis in orde kwan ' Onze juridische faculteit toch werd zwaar gedrukt door het feit, dat tal ' studenten wel hun studie voltooiden aan de Vrije Universiteit, m promoveerden aan de openbare Hoogeschool, zoorlat tal van door 0 ° gevormde jonge mannen niet bij ons promoveerden. Dat is nu niet i n te duchten en komt aan onze juridische faculteit zeer zeker ten goede. ^P ' verheugt zich dan ook zeer in de aanneming van dit buitengew'O? gematigde ontwerp, dat in het geheel niet den naam van «ergerlijk partijwet" verdient, dien de vrijzinnige pers in de verkiezingsdagen aan gaf; maar aanspraak heeft op de instemming ook van de vrijzinii'g J Die instemming is dan ook betuigd, o. a. door Mr. Limburg, die . klaarde, dat het wetsontwerp alleszins aannemelijk was. Detegenpa''.^ heeft uit deze wet slechts een wapen kunnen smeden, door de vrijh ' van Hooger Onderwijs aan te tasten; een vrijheid, die men niet a** durft. Daarin ligt voor ons een roepstem, om met alle kracht voort arbeiden; we weten het nu allen, hoe thans in ons vaderland die V " J heid gevaar loopt. 1

v a l

a a

e e

1

e

eD

v e

e

t

1

Prof. Anema dankt de heeren Brummelkamp en Fabius voor j door hen gesprokene. Sterk verschil tusschen hem en deze heeren " staat niet. Met PrOf. Fabius is hij 't eens, dat in het vaststellen het studieplan eenige vrijheid wordt ingeboet, maar er blijft voldoen speelruimte. Wat spreker nader aantoont. Overigens geeft het g sprokene hem geen aanleiding tot nadere repliek. De Voorzitter brengt een woord van dank aan Prof. Anema voor d i " referaat, en deelt alsnu mede, dat tot lid van het Bestuur is geko2: de heer S . baron van Heemstra met groote meerderheid van stetnm j Tot lid der Commissie van toezicht op het geldelijk beheer werd benoe de heer L. G. Weisz. Nadat nog eenige huishoudelijke aangelegenheden zijn geregeld, ° j g de morgenvergadering door den heer Brammelkamp met dankzego gesloten. v

9

e

w

D

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen