Jaarboek 1925 - pagina 29

32

agenda, behalve wat aan dit menu nog als hors d'oeuvre zal worden toegevoegd. Er zijn drie belangrijke referaten, en ik zal mijn best doen, dat deze kunnen gehouden worden en dat de opvolgende bespreking tot haar recht kome. Directeuren hebben meermalen overwogen, wat zij konden doen'om deze vergaderingen belangrijker en aantrekkelijker te maken, mede in verband met gerezen klachten. Zij hebben zich daarom reeds voor maanden beijverd ten einde zulke onderwerpen aan de orde te kunnen, stellen, die in het brandpunt der belangstelling van ons universitaire leven staan, en voor de behandeling daarvan sprekers te vinden, die zeker zijn van het oor der vergadering en berekend voor hun taak.. Had men alles tevoren kunnen weten, wellicht ware het Agendum wat minder kwistig voorzien, doch laat ons daarover niet langer handelen doch onzen tijd sparen, voor de behandeling van onze zaken. Vergun mij te eindigen met den wensch, dat onze V. U. moge zeggen als David tot Michal : „Met de dienstmaagden, waarvan gij gezegd hebt, met dezelve zal ik verheerlijkt worden." Zou ze nu of later anders spreken, haar wachtte het Michal's oordeel der onvruchtbaarheid. Blijft ze echter getrouw aan haar geloofsleuze, welke het ongeloof slechts kan bespotten, dan zal ze ondervinden wat het beteekent, met al Gods volk tot heerlijkheid geleid te worden en Gode vruchten te dragen ten eeuwigen leven. Naar dit openingswoord werd met groote aandacht geluisterd. De vergadering betuigde op verschillende punten hare instemming, o.a. bij de woorden over Prof. Geesink en -Prof. Kuyper, terwijl de herdenking van Wylen Jbr. Mr. A. F. de Savornin Lohman staande werd aangehoord. De Voorzitter deed mededeeling van de ingekomen stukken. Prof. Zevenbergen was verhinderd te komen ; Minister Heemskerk, die curator der V. U. is, hoopte 's middags aanwezig te kunnen zijn. Om des tijds wille geschiedde geen voorlezing der presentielijst en aan het bureel werd opgedragen het onderzoek der geloofsbrieven .van de afgevaaTdigden. Het jaarverslag over 1923 werd zonder bespreking en de rekening en verantwoording over 1923, na een gunstig rapport dienaangaand, met een hartelijk woord van dank aan den penningmeester voor zijn uitnemend geldelijk beheer, goedgekeurd. De Voorzitter deelde verder mede, dat de collecte in de kerken der Provincie Utrecht voor de vereeniging ruim ƒ 915 opgebracht had. Spr. had gaarne gezien, dat de f 1000 bereikt was, maar verschillende kerken, die met name genoemd werden, hadden geen gehoor gegeven aan den oproep. Bij het aan de orde stellen van de bestuursverkiezing werd voor de onderscheidene vacatures door de vergadering de voordracht met verschillende namen aangevuld.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen