Jaarboek 1926 - pagina 86

94 succes is geworden en door bezoekers van binnen- en buitenland ten zeerste werd geroemd en zijn ijver voor Amstelodamum zijn op waardige wijze bekroond geworden. We wenscben hem ook van deze plaats met deze ondersclieidingen geluk. Al kimnen we geen eerbewijzen uitdeelen, bij moge zich overtuigd houden, dat ook wij zijn werk voor de V. U. op hoogen prijs stellen. Aan Mr. R. H. A. M. Romme, lid van de Commissie van Toezicht volgens Art. 201 der H. O. W., zonden we bij gelegenheid van het jubileum, dat hij mocht vieren, een telegrafischen gelukwensoh. Zijne aanwezigheid meermalen bü plechtigheden van onze Universiteit bewijst, dat hij, als hy maar eeniigszins kan, ook van zijne belangstelling in 'Onze Universiteit wil doen blijken. Over de Deputa/ten voor de oefening van het verband tusschen de Gereformeerde Kerken) in Nederland en de Theol. faculteit der V. U. heb ik geen bijzonderheden te vermelden. Ren ik wel ingelicht dan was de verhouding tusschen de Deputaten en de Theol. fac. steeds een aangename. Komende tot de Hoogleeraren, dan wensch ik eerst te spreken over hem die ons verliet. Prof. Ruytendijk werd benoemd tot Hoogleeraar in de Physiologic aan de Rijksuniversiteit te Groningen. Deze korte mededeeling is van zoo groot gewicht voor de V. U., dat het mij niet euvel geduid zal worden, dat ik daarop straks breeder inga. Vooropgesteld mag dan worden, dat wiJ in Prof. Ruytendijk een Collega moeten missen, die aan de bijzondere gaven, hem door God geschonken, een idealisme paarde, dat niet alleen weldadig aandeed, maar ook stimuleerend werkte op degenen,' die met bem in aanraking kwamen. De vakken, aan heom toebetrouwd, leenden zich in bijzondere mate tot een dieper ingaan op de kwesties, die met de levensbeschouwing in verband staan en in den kring der Hoogleeraren laat hij een leegte achter, nu wij zijn frissche en pittige opmerkingen moeten missen en onze theologen niet meer bestookt worden door allerlei vragen, die voor hem als bioloog om oplossing vroegen, wilde hij geloof en wetenschap in harmonie brengen. Aan mijn voorganger in het ambt viel de onderscheiding te beurt, door H. M. benoemd te worden tot Ridder in de Orde van den Nederlandschen Leeuw. Wanneer ik met dankbaarheid dit feit memoreer, dan is dit vooral ook daarom, omdat daarmede bewezen wordt, dat iemands qualiteiten waardeering vinden, ook van overheidswege, ook al beweegt hij zich minder op publiek terrein. Dr. Jacobus Wille werd, na reeds eenige jaren als lector aan onze Universiteit verbonden te zijn geweest, tot gewoon Hoogleeraar in de Nederlandsche- en Oud-^ermaansche letterkunde benoemd en aanvaardde zijn ambt met het uitspreken van een rede, getiteld: „Aesthetisch of puriteinsch?". In deze rede klonk een principieële toon en bleek

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen