GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1927 - pagina 72

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1927 - pagina 72

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

78

§ 16. Lotgevallen der Universiteit. Rede door Prof. Dr. F. W. Grosheide gehouden bij de overdracht van het Rectoraat aan de Vrije Universiteit aan Prof. Or. A. Goslinga, op Woensdag 22 October 1926.

Hoogeerzaime Hoeren Directeuren der Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gerefomeerden Grondslag, Hoogaohtbare Heeren Curatoren der Vrije Universiteit, Hooggeleerde Heeren Hoogleeraren, Zeergöleerde Heeren Doctoren in onderscheidene Wetensohappen, Weleervcaarde Heeren Bedienaren des Woords, Dames en Heeren Studenten, En voorts giji allen, 'die van wat naam of rang ook Merheen kwaamt om deze plechtigheid met Uw tegenwioordigheid te vereeren. Zeer geachte en zeer gewenschte Toehooirderessen en Toehoorders, Het Studentenprohleem is er ten allen tijde een geweest, dat niet slechts van wijden omvaiiig was, maar ook moeilijk op te lossen. Daar is in de eerste plaats voor elke Undversdteit de vraag om steeds weer aan studenten te komen. Onze Vrije Universiteit heeft al de 'beawaren daarvan gevoeld in haar eersten tijd, toen ze niet alleen nog moest toonen, wat ze kqn, maar ook haar leerlingen moest voorhouden, dat de toegang van deze Universiteit naar het maatschappelijk leven door een onoverklimbaar 'hek was afgesloten. En wel heeft men zich en niet zonder grond meermalen getroost met de gedachte, dat ook een Universiteit zonder studenten recht van bestaan had — zulk eene is ten slotte niet anders dan het gezin zonder kinderen, otnivolledig. Reeds de oude uitdrukking universitas docentium et discentium herinnert eraan, dat het academisch geheel uit twee -groepen van personen is samengesteld. En nu de andere zijde. In de laatste jaren zijn — het mag met dank aan God erkend — de studenten toegestroomd als nooit te voren. Dan rijst weer de vraag, die ten slotte niet minder benauwen kan dan die uit den eersten tijd, zal het leven straks een plaats heibhen voor al die afgestudeerden, zijn we niet aan het vormen van een wetenschappelijk proletariaat. Dan hoe 'gewiohtiig zulke vragen ook mogen zijn, en hoe lastig theoretisch de oplossing is te geven, ze worden door het leven zelf beantwoord, het leven, dat zich van geen theorie wat aantrekt, dat zioh baanbreekt als de bergbeek door de rotsen. Er zijn andere vragen, die dieper grijpen en meer moeilijkheden brenigen, misschien omdat ze— zü het dati niet allen 'hetzelfde antwoord geven — theoretisoh wel te beantwoorden zijn, maar omdat de levens-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1927

Jaarboeken | 476 Pagina's

Jaarboek 1927 - pagina 72

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1927

Jaarboeken | 476 Pagina's