Jaarboek 1927 - pagina 74

80 karakter zoo onderscheiden zijn en door onis zoo geheel verschillend zullen worden 'beoordeeld, de waarheid van wat ik bedoelde. Ge vers'taat, dat ik een toepassing vsnil maken op de Vrije Universiteit. Ook haar studenten belbben veel van zich doen spreken. In een vorige periode soms door daden, die ons Gereformeerde volk moatt afkeuren, in de tegenwoordige wellicht door ideeën, die met zorg vervullen. Wat zullen we van deze dingen zeggen? De heer Golijn, Directeur van de Vereeniging, van welke anize Hoogeschool uitgaat, heeft eems ten -antwoord gegeven: Het zijn onze eigen jongens en ze zijn jong! Daarin ligt veel, vooral in het eenste. Niet de Vrije Universiteit bepaalt wie en wat de studenten zijn, dat doen de gezinnen. En gelijk de buizen zijia, die bun zonen naar Amsterdam zenden, zoo zijn — in bet algemeen gesproken natuurlijk, afwijkingen komen voor — die zonen, wanneer ize te Amsterdam zijn gevestigd. Men zal geene Lagere School beoordeelen naar bet gedrag barer leerlingen buiten de 'schooluren, de School beeft er zich bij n;eer te leggen als de kinderen van de ouders verguinming hebben om dit te doen of dat te laten. Geildt dat alles noig niet veel meer van een Universiteit? Toezicht op 'Studenlten bUjft ten allen tijde hoogst bezwaarlijk, maar ook dit toezicht wordt onmogelijk, als het in de gezinnen niet wordt gesteund. Op twee andere omstandigheden, die wel eens over het hoofd worden gezien, moge ik nog wijzen. De Vrije Universiteit beeft vaa meet aan bedoeld te zijn een nationale instelling. Moeten de boogleeraren beslist Gereformeerd zijn, voor istudenten staan de deuren wijd open, gelijk het karakter van een Hoogeschool dat medebrengt. De VriJe Universiteit heeft de 'Gereformeerde beginselen te propageeren. En 'zoo is voor de tioelatimig van situdenten nooit een 'andere regel gesteld 'dan het: nil contra Deum lau bonos 'mores. Dat is ruim'er dan het Gereformeerde. En wanneer 'dan allerlei studenten ko'men, ook niet-Gereformeerde en de Vrije Universiteit 'daar slechts dankbaar voor kan zijn, dan zal zich dat natuurlijk iini de levensuiitingen 'der studenten openbaren. En in de tweede plaats, we leven.in een anderen tijd, dan veertig jaar geleden. Toen grO'Ote mannen, 'door ieder geëerd, als het hoofd van een igau'sobo beweging, ge iherinnert u, wat ik 'daarvan straks heb gezegd. Nu een tweede periode, waarin 'staatkunde, kerk, wetensch'ap zich meer tot hun eigen terreini bepalen en moeten bepalen en 'eigen voormannen hebben. To'en een 'kleine opkomende 'groe'p, die alleen iets worden kon, als 'er nauwe samenhang was, als elke soldaat 'onverbiddellijk en zonder tegenspreken gehioorzaam'de aan het woord van den generaal. Nu een groep, 'die wat is, en al de beawaren daarvan 'ondervindt. Ook de 'algemeene stemming onder de jonge menschen is een andere dan vroeger. Ik ga daar hier iiie't breeder 'Op in, het is 'daar hier de geilegenbeid ni'et toe. Maar het algemeen streven van de jeugd van thans, om het niet in den gewonen weg te zo^eken, maar door een vrije jeugdvorming, waarin de jeugd zelf aanigeeft, wat ze begeert, wat ze noodig acht, laat

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen