Jaarboek 1928 - pagina 118

125 voorstellen verworpen te hebben, tot de huidige redactie is gekomen en deze van zoo groote beteekenis heeft geacht, dat men bij art. 12 der Statuten de onveranderlijkheid van art. 2 heeft vastgelegd. Eveneens is bekend, dat welbewust de formuleering aldus is gekozen, dat alle onderwijs aan de Gereformeerde beginselen is gebonden, daar men de docenten persoonlijk in hun belijdenis zekere vrijheid wenschte te laten. Prof. Rutgers heeft in zijn in 1899 te Middelburg op de jaarvergadering gehouden referaat dit duidelijk uiteengezet: ,,Tenslotte verdient het opmerking, dat alle onderwijs aan de Gereformeerde beginselen gebonden is ; de persoonlijke belijdenis van de docenten geniet dus eenige vrijheid. Bij de Theologie is zulke vrijheid natuurlijk het kleinste, daar men hier gebonden is aan de drie Formulieren van Eenigheid. En bij de Literarische en Juridische Faculteiten zal, door den aard van die wetenschappen zelve, de docent ook persoonlijk in bijna alle opzichten Gereformeerd moeten zijn. Maar het zou bijv. denkbaar zijn, dat. voor een op te richten Medische faculteit een bekwaam chirurg te vinden ware, die van de Gereformeerde beginselen, b.v. inzake het kerkrecht, afwijkende meeningen had. Natuurlijk zou zulk een chirurg hoogleeraar aan de Vrije Universiteit kunnen zijn, mits zijn medisch onderwijs niet in strijd kwam met de Gereformeerde beginselen." In dienzelfden zin sprak zich ook Dr. Kuyper meermalen uit, zie b.v. „Band aan het Woord", blz. 38. Artikel 2 der Statuten, uitsprekende, dat de Ver. v. H. O, op G. G. voor alle onderwijs staat op den grondslag der Gereformeerde beginselen, bepaalt voor de theologische faculteit nog nader, dat' voor het .onderwijs in deze faculteit de drie Formulieren van Eenigheid de basis vormen. Verder volgt uit het woordje „mitsdien", dat in het daar voorkomende verband de beteekenis heeft van „daarom", „dan ook", eenerzijds, dat de drie Formulieren van Eenigheid voor het onderwijs in de Godgeleerdheid worden aanvaard als vertolking van de Gereformeerde beginselen, en anderzijds, dat uit hoofde van de eenheid der Gereformeerde beginselen voor het geheele terrein van het leven en der wetenschap de in die Formulieren beleden grondprincipes ook gelding hebben voor de niet theologische wetenschappen. W a t voorts de wetenschappelijke ontwikkeling der Gereformeerde beginselen betreft, zij herinnerd aan het feit, dat door

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen