GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1934 - pagina 36

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1934 - pagina 36

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

34

b e n a u w e n d dit verschijnsel is: ter wille van de V. U., die, om te worden wat ze zijn moet, zoozeer den steun behoeft van alle gereformeerden; om de jonge krachten en talenten, die daardoor voor de Calvinistische actie dreigen verloren te gaan; om de schade, die daarbij heel ons volksleven lijdt; om — wat niet het minst moet wegen —• de verantwoordelijkheid die broeders, zusters daarmee op zich laden tegenover Christus en Zijn zaak. Bij de beantwoording van de vraag, wat van dit verschijnsel de oorzaak mag zijn, wees spreker op de bewering, dat de Vereeniging voor H. O. op G. G. en de Universiteit zélve daarvoor verantwoordelijk zouden staan: doordat de V.U. zou gesticht zijn ten behoeve der Doleantie; door de bepaling, dat de Professoren der Theol. fac. lid moeten zijn eener Geref. Kerk; en door het contact, dat ze voor deze Faculteit zocht met de Geref. Kerken in Nederland. De oorzaken zijn echter elders te zoeken: in den betreurenswaardigen poldergeest van ons volk, in onze kerkelijke gedeeldheid, en in gebrek van inzicht in de draagwijdte en de consequenties van onze heerlijke beginselen. Aan dit alles zijn wij-zelven — aldus spreker -— evenwel verre van onschuldig. En schuldig zijn we niet het minst tegenover onze broeders en zusters, die zich nog altoos onttrekken, door laksheid in het pogen om in den weg van liefdevolle overtuiging en overreding hen te bewegen tot gehoorzaamheid aan het gebod van hunnen en onzen Koning, Tot kwijting'van deze schuld der solidariteit en der liefde wekte spreker tenslotte ernstig op.

§ 7.

Verslag Rede Prof. Dr. J. F. Koksma. De Christen en de Wetenschap.

De samenstelling der beide begrippen in het onderwerp genoemd — aldus Spr. — zal niemand vreemd zijn. Immers aan het verband van die twee is het bestaansrecht der V.U. ontleend. Allereerst de vraag behandelend „wat de wetenschap pretendeert te zijn", wees Spr. er op, dat de meeningen ten deze zeer verschillend zijn. Voor den een is de beoefening der wetenschap een geestelijke luxe, voor den ander de poging om een mensch op te heffen uit het aardsche lijden, voor den geloovigen wetenschap-beoefenaar is zij een door God opgelegde taak. Drieërlei tendenz valt bij de omschrijving der taak van de wetenschap waar te nemen, n.l. het ordenen der bestudeerde en onderzochte verschijnselen; het verklaren der resultaten van de gevonden verschijnselen en het gevondene dienstbaar maken ten nutte van de menschheid.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Jaarboeken | 182 Pagina's

Jaarboek 1934 - pagina 36

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1934

Jaarboeken | 182 Pagina's