Jaarboek der Vrije Universiteit te Amsterdam 1939 - pagina 51
49
ieder make het voor zich uit. Uit dit verslag, dat zich uiteraard meer op het uitwendige richt, moge althans zijn gebleken, dat onze academie hare eigen taak in ons nationale leven en hare eigen plaats in het verkeer der wetenschap heeft trachten te handhaven. In moeizamen arbeid des vredes verkregen geestelijke goederen der menschheid, kunnen in tijden van oorlog, als wij thans beleven, in één oogwenk worden weggevaagd. Ook als Universiteit weten wij ons echter in Gods Hand. Ik weet dat gij, Alexander Sizoo, door Directeuren geroepen tot het rectoraat, deze waardigheid in dat besef aanvaardt. Als ik U met den keten bekleed, doe ik dat in het bij onze samenwerking versterkte vertrouwen, dat Gij de Universiteit, die uw Alma-Mater was, een waardig Rector zult zijn. Salve Rector, iterum, iterumque salve! Ik mocht de rectorale waardigheid overdragen in vrede en vrijheid. Bestendige God deze twee aan ons land en aan onze universiteit! Vivat, crescat, floreat, academia nostra!
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1939
Jaarboeken | 65 Pagina's