Jaarboek 1956-1957 - pagina 78

allerlei concrete aanwijzingen en over de verschillende aspecten van het studentenleven, dat zij ingaan. De voorlichtingsdag heeft echter een heel andere strekking en bedoelt naast de eindexaminandi van gymnasia en middelbare scholen niet minder hun ouders in te lichten over de universitaire studie in het algemeen en hen te helpen bij het bepalen van hun keuze van universiteit of hogeschool. Het zijn de Studentenraden geweest, die op het houden er van hebben aangedrongen. Met de welwillende medewerking van het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen is voor het gehele land een bepaalde dag gereserveerd, waarop de bedoelde eindexaminandi verlof kunnen krijgen om aan een dergelijke voorlichtingsdag deel te nemen. Dat was dit jaar 14 april. Vanwege de Senaat is er voor het eerst aan meegedaan, nadat in vorige jaren op meer bescheiden schaal de Civitasraad reeds zelfstandig was voorgegaan met het geven van een dergelijke voorlichting. Zelfs werd het nuttig geoordeeld aan de algemene voorlichtingsdag toe te voegen een afzonderlijke dag ter wille van de in het zuidelijk deel des lands wonenden. Die dag werd gehouden te Rotterdam, in de namiddag van 24 maart. De deelname was, de omstandigheden in aanmerking genomen, niet ongunstig te noemen. Ik neem dan ook aan, dat de proef het volgende jaar zal worden herhaald. Het verdient overweging de bedoelde voorlichting nog meer verspreid over het land te verstrekken. De Vrije Universiteit pleegt immers haar leerlingen uit alle delen des lands te trekken. Van mijn onderwerp met betrekking tot het onderwijs mag ik niet afstappen zonder enkele woorden gewijd te hebben aan de Commissie van Toezicht bedoeld in artikel 201 der Hoger Onderwijswet. Het doet mij genoegen dit niet te behoeven af te doen met de algemene betuiging, dat met deze Commissie de aangenaamste betrekkingen worden onderhouden. Stellig is een dergelijke betuiging volkomen juist. Juist daarom is het dezerzijds buitengewoon gewaardeerd, dat voorzitter en secretaris der Commissie, Jhr. Mr. C. J. A. de Ranitz en Mr. A. L. des Tombe, dit jaar van nabij hebben willen kennis maken met de toestand der Universiteit. Op woensdag 14 maart zijn zij ontvangen door Curatoren, die de Rector met enkele anderen hadden verzocht daarbij tegen76

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen