GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1964 - pagina 28

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1964 - pagina 28

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

op de aanwas als gevolg van de zogenaamde geboortegolf, die ons nu te wachten staat, sombere klanken te laten horen en van ernstige verontrusting te spreken. Ik zal dat niet doen. Het is niet zo, dat ik de bezwaren niet zie, maar deze zijn van voldoende bekendheid. Liever wil ik op iets anders wijzen. Een toename van het aantal studenten betekent enerzijds, dat allerlei specialisaties aan bod kunnen komen, die bij een geringer aantal niet ondernomen zouden kunnen worden. Bovendien betekent een groter aantal studenten ook een groter aantal wetenschappelijke werkers, zowel beginnend als meergevorderd. De mogelijkheden van contact, ook van interdisciplinair contact en uitwisseling van ideeën nemen hierdoor toe. Dit is van belang want de ervaring wijst uit, dat juist in een dichte intellectuele sfeer de creatieve werkzaamheden bloeien, zoals Kuznets het zo treffend uitdrukt (S. Kuznets ,,Population Change and Aggregate O u t p u t " in Demographic and Economic Change in Developed Countries, biz. 329). Ook om een andere reden is een toeneming van het aantal studenten belangrijk. Nederland slaat ten opzichte van de andere Westerse landen bepaald een slecht figuur met in 1958 maar ruim 3 % van de 18-24 jarigen als ingeschreven studenten. Ook al berekent Linnemann een niet onbelangrijke stijging van dit percentage tot 4,76 a 4,87 in 1970 (H. Linnemann: „Demand for Higher Education in the Netherlands" in Europe's future Consumption, biz. 302/303) met name - maar niet alleen - als gevolg van een stijgend reëel inkomen per hoofd, toch blijft dit percentage excessief laag ten opzichte van andere Westerse landen. (Zie C. van de Panne: „Uitbreiding van het Hoger Onderwijs in Engeland", E.S.B. 20 mei 1964). Willen wij onze positie in de wereld enigszins behouden dan is er alle reden om een positieve houding aan te nemen ten opzichte van de aanwas van het aantal studenten. Beter dan te klagen is het mijns inziens te streven naar adequate ruimtelijke en andere materiële en personele voorzieningen, en naar een aangepaste en efficiënte organisatie van de universiteiten en faculteiten. De groei van het aantal studenten had uiteraard ook consequenties voor het bureau van de pedel. Directeuren benoemden als tweede pedel de heer F. Kruithof. Het pedellenbureau 26

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's

Jaarboek 1964 - pagina 28

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's