Jaarboek 1968 - pagina 41
ik ga vrijuit. In mijn toepsraak vroeg ik mij ook af of in dit opzicht de aanwezigheid van de vele gastarbeiders een vuurproef is. De racisten (allen die willen discrimineren op ander gebied daaronder begrepen) zijn onder ons! Er zijn heel wat brave blanke christenen met hun dominees die blij zijn dat een man als King is opgeruimd. Daarvoor behoeft men niet eens te zijn als Ds. Vorster, die bij zijn onbewezen beschuldigingen aan het adres van tegenstanders zelfs het fabeltje van Kings communistische associaties ten beste gaf. Gods naam wordt in de Kerk vaker ijdel gebruikt dan daarbuiten. Juist daarom moet de V.U. zo blij zijn met haar hulde aan King, omdat een G.O.S. ons eraan herinnert dat haar invloed buiten de eigen grenzen uiterst gering is en men er niet beseft dat zij de laatste jaren een volwaardig instituut voor wetenschapsbeoefening is geworden en het niettemin nauw wil nemen met haar christelijke roeping. Tegenover daden als die van King kan men niet vrijblijvend staan. God beware ons voor vrome krokodillentranen: zo van „het is de wil des Heren" en „we moeten erin berusten". Ik begrijp er niets van en als christen heb ik daarover een twist met mijn God. Wij zullen nooit Gods hand in de geschiedenis kunnen kennen. Kings dood kan ons slechts biddend doen roepen om erbarmen voor wie hij achterliet: zijn vrouw en kinderen, maar zeer bepaald doel ik ook op de negers, van wie sommigen reeds het beeld te zien gaven van schapen die dwaalden zonder herder. Bidden wij voor onszelf om iets van het geloof van King. Het geloof dat altijd is een ,,ondanks alles" I have a dream . . . G. Kuiper H^n.
39
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1968
Jaarboeken | 136 Pagina's