Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 346
Met ingang van i september j.l. is voor de universiteit een nieuwe bestuursvorm in werking getreden. Hij berust op ons eigen nieuwe bestuursreglement, maar is krachtens de Wet Universitaire Bestuurshervorming 1970 principieel gelijk aan die van de andere Nederlandse instelhngen voor wetenschappelijk onderwijs. Daarmee is aan de vorm van bestuur, zoals die in 1880 werd ingevoerd, een einde gekomen. Men kan aan een nieuwe wijze van bestuur een juridische vorm geven, die men in de gegeven omstandigheden een goede acht, maar het bewijs daarvan kan eerst in en door de practijk worden geleverd. Rechtsregels moeten door mensen worden toegepast. Die mensen kunnen integer zijn, zij kunnen bezield zijn met de wil er het beste van te maken, maar zij kunnen falen of door anderen zo worden tegengewerkt, dat de op zichzelf goede rechtsregels eenvoudig niet kunnen functioneren. Men mag echter verwachtingen omtrent een nieuw in het leven geroepen regeling koesteren en mijn verwachtingen ten aanzien van de bruikbaarheid van de nieuwe bestuursvorm zijn gunstig. De moderne universiteit vraagt om bestuurders, voor wie hun bestuursfunctie hun hoofdbetrekking is. Zij vraagt ook om deelnemen in dat bestuur van degenen, die binnen de universiteit samen studeren, samen werken en samen leven. Een arbeidsgemeenschap, die duizenden omvat, maar voor de overgrote meerderheid geen inspraak kent in de wijze, waarop aan dat samen studeren, samen werken en samen leven gestalte wordt gegeven, miskent, dat de mens een tot verantwoordelijkheid geroepene is. Men kan zeggen, dat de mogelijkheid om mee verantwoordelijkheid te dragen voor de gang der universiteit in de nieuwe bestuursvorm op bevredigende wijze is opgenomen. Het voorgaande beoogt geen afbreuk te doen aan de waardering van de universiteit voor hetgeen in de loop van meer dan negentig jaren onbezoldigd en ten koste van eigen vrije tijd door de elkaar opvolgende leden van de colleges van directeuren en van curatoren, is verricht. De gebreken van de bestaande bestuursvorm, met name zijn autoritair karakter, kwamen niet zo scherp aan het licht, omdat de universiteit tot het einde van de vijftiger jaren een kleine zaak was, die als vanzelf liep, financiƫle moeilijkheden buiten beschouwing gelaten. Als een gemeenschap groter wordt, groeit zij echter uit elkaar, wanneer geen organische banden 344
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971
Jaarboeken | 360 Pagina's