GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 46

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 46

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

ding tussen het menselijke en het Goddelijke een rol - het Goddelijke staat boven alle critiek -. Later - in zijn Hermeneutiek van 1929 - maakt Grosheide bezwaar tegen zijn vroeger ingenomen standpunt, dat met deze onderscheiding samenhangt. Hij ziet er dan een prijsgeven van de eenheid der Schrift in. Zonder de termen „menselijke en goddelijke factor" prijs te geven wijst hij op de Openbaring, die is ingegaan in de historie, in menselijke taal en noemt hij de Schvïïl geheel Goddelijk en geheel menselijk. Het is deze Schrift, waarin in haar verschijningsvorm het onvolkomene en gebrekkige kleeft - Grosheide citeert hier Kuyper - en die voor menselijk verstaan toegankelijk is, die als vanzelf nuancering oproept. Hij schrijft dan: „Men zou nog een nadere bepaling willen hebben van het de Schrift Openbaring Gods laten. Gemakkelijk is die niet te geven". Met de bezinning over deze vox Dei et humana zien we Grosheide van het begin af bezig. Men kan zich, alles overziende, niet aan de indruk onttrekken, dat hij in de eerste tijd wat gemakkelijker, misschien kan men zeggen, onbevangener, heeft gedacht over allerlei vragen dan toen kerkelijke spanningen tussen 1920 en 1930 ook in de theologie zich weerspiegelden en allerlei vragen rondom de organische inspiratie een concrete toepassing kregen - ik denk aan de discussies over het bijbels wereldbeeld. Er klinkt dan een grotere bezorgdheid door en de aandacht voor dit alles toonde, dat het begrip organisch ook maar een poging was, aan de Schrift recht te doen en niet in staat was als toverstaf te fungeren in allerlei nieuwe problemen. Juist deze typering riep toen en tot in onze tijd toe vele vragen op, ook al stond de onderscheiding tussen mechanische en organische inspiratie in vele catechisatieboekjes als een nieuw vruchtbaar zicht op de Schrift. Grosheide kon er evenmin van loskomen in perspectieven èn bezorgdheid voor misbruik (ook dat had Bavinck in zijn dogmatiek al genoemd) maar hij bleef de conscienties scherpen op de weg van het Schriftverstaan en noemde de exegese het geweten der theologie tegenover alle „goedkope" exegese, te snel en te voorbarig en daardoor niet vruchtbaar en bevrijdend. Het behoeft ons niet te verwonderen, dat hij niet alleen - in grote historische belangstelling een canoniek, maar óók een hermeneutiek schreef (reeds in 1929), een thema, dat thans vrijwel alle studies over het N.T. beheerst en in alle gehoorzalen der theologische faculteiten aan de orde is. Zo groot is thans de aandacht voor de hermeneutiek - voor de vertolkingsvragen - dat sommigen

44

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's

Jaarboek 1971 en 1972 - pagina 46

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1971

Jaarboeken | 360 Pagina's