GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1976-1977 - pagina 80

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1976-1977 - pagina 80

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de periode van zijn rectoraat bezocht de senaat van N.D.D.D. de burgemeester van Amsterdam, W. de Vlugt, tevens directeur van de Vrije Universiteit. Er waren in zijn jaar moeilijkheden inzake de samenwerking in het verband van de Gereformeerde Studenten Beweging. Sport en toneel werden geïntroduceerd evenals een nieuw model corps-baret. De duitse filosoof Max Scheler sprak voor het corps en de senaat ervan huldigde koningin Wilhelmina met haar 25-jarig ambtsjubileum. Höweler werd op 30 januari 1923 candidaat en 2 december 1927 doctorandus in de nederlandse letteren. Daarna bleef hij om te promoveren ingeschreven tot in de oorlogsjaren. Intussen werd hij leraar, eerst enige jaren aan de Godelindeschool in Hilversum, toen te Amsterdam. Hij werd in 1933 conrector en in 1935 rector van het Gereformeerd Gymnasium te Amsterdam. Bij zijn huwelijk op 25 juli 1935 met M. A. de Bruyn verhuisde hij naar Botticellistraat 7 te Amsterdam, waar hij bleef wonen tot 1952. J. Wille was 30 januari 1925 als hoogleraar opgetreden en in 1927 werd hij daarbij bibliothecaris van de Vrije Universiteit. Het met Wille overeengekomen promotieonderzoek zou gaan over de Amsterdamse tabakhandelaar, letterkundige en politicus Johannes Lublink den Jongen. Maar toen daarover onvoldoende gegevens aanwezig bleken stapte Höweler over op de studie van de dichteres Lucretia van Merken. Bijna alle publicaties van Höweler zijn resultaten van deze studie van de nederlandse letterkunde in de tweede helft van de achttiende eeuw. In 1933-34 verschijnen drie artikelen: Wat ooggetuigen over de ramp te Leiden in 180/ vertellen, in Leidsche Jaarboekje 1933, blz. 1-13, Een copie van twee gedichten betreffende Scheybeeck, in Vondelkroniek 1933, blz. 6^-j6 en Vit de Geschiedenis van Het Haagsche Dichtgenootschap „Kunstliefde spaart geen vlijt", ijj2-i8i8, in Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 1934, blz. 81-169. Deze laatste studie geeft een goed inzicht in het letterkundig leven binnen een vereniging die in het Mauritshuis vergaderde. Honderden ingezonden gedichten werden afgekeurd, maar anoniem werk van een jonge Bilderdijk en R. Feith werd onderkend. Ook werd in 1788 Bilderdijk geschorst omdat hij twee jaar geen contributie had betaald. Meteen blijkt de leerling van Wille: ook de kleinste details zijn nauwkeurig onderzocht en geen aspect wordt vergeten. Wille was in 1924 te Leiden gepromoveerd op „De literator R. M. van Goens en zijn kring". De onder80

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

Jaarboeken | 270 Pagina's

Jaarboek 1976-1977 - pagina 80

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1976

Jaarboeken | 270 Pagina's