Jaarboek 1976-1977 - pagina 44

en ook (dat hangt nauw daarmee samen) door dezelfde personen verricht moeten worden. Ik doel hier weer op onderwijs en onderzoek. Het ophelderen van hun onderlinge relatie lijkt mij van het grootste belang. Waarschuwen wil ik voor een mijns inziens fundamenteel verkeerde benadering, waarin het één beschouwd wordt als sluitpost van het ander. Ik zeg dit geheel in het algemeen, al komt het in de praktijk verreweg het meeste voor dat onderwijs voorop staat en onderzoek als sluitpost fungeert (ik hoor althans die geluiden het meest). Van de weeromstuit echter wordt vaak in het nadenken over en in het formuleren van beleid het onderwijs dan weer tot sluitpost gemaakt en wordt bijvoorbeeld zonder inhoudelijke onderwijsargumentatie de ontwikkeling van arbeidsbesparende onderwijsmethodes aanbevolen om de omvang van de onderzoekmogelijkheden te vergroten. Deze benadering is verkeerd omdat, indien wij zo de bal heen en weer slaan, wij nooit kunnen toekomen aan een beleid dat zich laat bepalen door inhoudelijke, aan de aard en het doel der onderwijs- resp. onderzoekactiviteiten ontleende argumentatie en het zal blijven bij een uitwendige, kwantitatieve vergelijking, waarbij de omvang van het één de omvang van het ander bepaalt. Wij zullen dus moeten komen tot een beleid waarin zowel onderwijs als onderzoek naar eigen merites plaats en aandeel in de materiële middelen ontvangt. Met andere woorden: ik pleit voor een benadering die in één verband onderwijs èn onderzoek met alle daaraan verbonden facetten en vragen aan de orde stelt, voor een „comprehensive approach" — om eens een voorheen populaire term uit een geheel ander veld te lenen. Alleen indien wij dat doen kunnen wij de vraag naar een juiste besteding der middelen goed stellen. Wat niet betekent dat die vraag dan gemakkelijk te beantwoorden is. Wie deze vraag aldus aansnijdt stuit meteen op een aantal nog niet goed of nog in het geheel niet beantwoorde voorvragen. Ik beschouw het als een hoofdvraag wat het woord „wetenschappelijk" in de samenstelling „wetenschappelijk onderwijs" betekent. Nauw hiermee verbonden komt de vraag op naar de relatie tussen onderwijs en onderzoek, zoals deze beide bedreven worden aan de instellingen voor wetenschappelijk onderwijs. Immers, in een wat eigenaardige terminologie zegt de Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs (art. 2 lid 2): 42

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen