Jaarboek 1981-1982 - pagina 18

processen van reorganisatie en taakaanpassing in faculteiten en diensten, en die extern en intern taakverdelingsvragen in het Nederlands universitair bestel aan de orde zal stellen; bij dit alles zullen gedwongen ontslagen in het geding zijn; — een nieuwe ronde ontwikkelingsplan, met nadere keuzen en plannen voor tweedefase-opleidingen mede aan de hand van ministeriële beleidsuitspraken, met aanpassingen tengevolge van verdergaande bezuiniging, en met verdere ontwikkeling van onderzoekbeleid voor de invoering van de voorwaardelijke financiering van onderzoek; — beslissingen over en voorbereiding van de invoering van het nieuwe stelsel voor wetenschappeHjk personeel in vaste dienst dat geen hoogleraar is (BUWP); — discussie over de nieuwe WWO (het anachronisme WWO'81 valt wat moeilijk) in verband met de parlementaire behandeling daarvan, en over een nieuwe Machtigingswet beperking inschrijving studenten. Het aantal studenten van de Vrije Universiteit is de laatste jaren gestabiliseerd en vertoont thans een lichte neiging tot dalen. In het algemeen is als gevolg van de dahng van het geboortecijfer het einde van de kwantitatieve expansie van het Nederlands wetenschappeHjk onderwijs in zicht. Het is erin geslaagd een enorme groei van het aantal studenten op te vangen (in 1960: 41.000 studenten; in 1981: 150.000), met behoud van behoorlijke kwaliteit, mede dankzij de ontwikkeling van het onderzoek. Nieuwe faculteiten en studierichtingen kwamen tot stand, ook aan de VU. Zo ging in september 1981 de nieuwe studierichting Informatica goed van start. Organisatie, huisvesting en diensten werden mee ontwikkeld. Er is drastisch gedemocratiseerd en gemoderniseerd bij de invoering van de WUB. Ondanks groei van studentenaantallen, wijziging van de verdehng ervan over studierichtingen, nullijn voor middelen in 1978 en minhjn vanaf 1981 is het aantal numeri fixi zeer beperkt gebleven. Het WO is een tamelijk flexibel sub-systeem in het Nederlands onderwijsstelsel. Het einde van het tijdperk van kwantitatieve expansie valt samen met de invoering van de twee-fasenstructuur, waarin - althans in sommige faculteiten - ruimte kan worden geschapen voor anders dan voltijds post-secundair onderwijs gebonden aan huidige graden en relatief eenvormige eindtermen. De opbouw van het post-academisch onderwijs is trouwens, ook wat de VU betreft, in volle gang. De thans mogelijke en onderwijskundig gezien ook noodzakelijke vergroting van differentiatie in het WO staat echter op gespannen voet met de beperking van beschikbare staftijd voor onderwijs als gevolg van de bezuiniging. De verbinding tussen onderwijs (organisatie) en onderzoek (organisatie) zal losser worden dan we gewend zijn. De competitie tussen de studierichtingen en instellingen om studenten zal sterk aan de dag treden. De ,,marktoriëntatie" zal toenemen. Bij het onderwijs, in het bijzonder bij het opstellen van curricula, zal er bovendien rekening mee gehouden moeten worden dat er geen directe verbinding meer is tussen opleiding en plaats op de arbeidsmarkt. Voor veel studenten is het onzeker of zij de 16

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen