Jaarboek 1982-1983 - pagina 33

Mijnheer de voorzitter, Dames en Heren. Straks, over ongeveer een half uur, heeft de Vrije Universiteit een nieuwe Rector Magnificus. Zo'n rectoraatswisseling is voor de meesten Uwer een weinig schokkend gebeuren mede denk ik door onbekendheid met het werk van een rector. Voor enkele anderen is het een meer ingrijpend gebeuren en voor mij deze keer een aanleiding om - na een korte inleiding - terug te kijken en vooruit te zien. Daarmee hoop ik bovendien aan die onbekendheid enigszins tegemoet te komen. Wat dat vooruitzien betreft wil ik allereerst opmerken dat de Vrije Universiteit zich naar mijn mening gelukkig kan prijzen dat de hoogleraar Drenth zich bereid verklaarde om het rectoraat in de nu komende periode te vervullen. Velen onzer kennen hem goed, hij heeft een lange staat van dienst bij deze universiteit. En buiten de Vrije Universiteit heeft hij vele functies vervuld. Zijn rectoraat kan met vertrouwen tegemoet worden gezien. Daarvoor is zijn niet aflatende belangstelling voor en bijdrage aan het fundamentele onderzoek, zijn onderwijservaring en zijn actieve belangsteUing voor de Vrije Universiteit en haar verdere ontwikkeling een garantie. Ik acht het een voorrecht straks aan deze hoogleraar het rectoraat te mogen overdragen. Traditiegetrouw wisselt het rectoraat regelmatig. Bij ons is reglementair vastgelegd dat dit om de twee jaar gebeurt, zij het dat herbenoeming - zoals ik zelf ook heb ervaren mogelijk is. Prof. De Gaay Fortman - van wie ik de laatste jaren veel steun in meerdere opzichten mocht ondervinden - vestigde tot nu toe het record. Acht jaar vervulde hij het rectoraat grotendeels in waarschijnlijk niet eenvoudige tijden. Tegen die regelmatige wisseling zijn meerdere bezwaren aan te voeren. Het meest gehoorde bezwaar is dat juist de in het bestuur goed ingevoerden zowel in tijden van storm en tegenslag als in tijden van luwte en zonneschijn het beste mee aan het roer kunnen staan. Ik hecht echter aan die regelmatige wisseling en acht de voordelen groter. Niet alleen voor het rectoraat overigens, maar voor alle zwaardere bestuursfuncties die de universiteit kent zoals de gekozen leden van het College van Bestuur en de dekanen van de (sub/inter)faculteiten. Het is beslist nodig dat zij, die deze functies vervullen, langdurige ervaring hebben in het onderzoek en het onderwijs en daar goede banden mee houden - vervreemding treedt maar al te gemakkelijk op - en de beste garantie hiervoor is een regelmatige wisseling. Zo wordt ook een tè technocratisch en middelmatig besturen tegengegaan, iets waarvoor bij voortduring gewaakt moet worden. Ook dienen de diverse (sub)disciplines bij toerbeurt hun vertegenwoordigers in deze bestuursfucties aan te treffen. Want hoe men ook poogt te objectiveren en te distantiëren: al het water van de zee wast niet weg dat het éne gebied beter gekend wordt dan het andere én dat de persoonlijke interesse voor het éne onderwerp groter is dan voor het andere, hetgeen vaak onbewust, maar hopelijk ongewild, consequenties voor het han31

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen