Jaarboek 1983-1984 - pagina 23

nog niet het maximum van schaal 149A bereikt hebben - een reële vermindering van hun salarisperspectief. De inpassing van het huidige personeel in het nieuwe rangenstelsel zal zorgvuldig en redelijk moeten geschieden, een moeilijke opgave voor facultair en universitair bestuur in de komende maanden. Om terug te keren tot het formatiebegrip van de BUWP - na veel overleg tussen instellingen en O&W, dat ook nog niet is afgesloten, werd de formatieomvang voor UHD's evenals die voor hoogleraren gesteld op een arbitrair bepaalde, niet met de concrete takenorganisatie verbonden hoeveelheid. Daarmee leidde BUWP ook tot een aanzienlijke reductie van het aantal leerstoelen. In de komende jaren zullen hoogleraarsvacatures slechts bij uitzondering kunnen worden vervuld. Achter dit alles schuilen twee doelsteüingen: 1) bij de ingrijpende bezuinigingen in de jaren 1981-1987 zoveel mogelijk arbeidsplaatsen behouden, en 2) in de jaren na 1986 voor afgestudeerden uit de eerste fase zoveel mogelijk plaatsen scheppen voor de onderzoekersopleiding, volgens het beleid uiteengezet in de nota Beiaard. Ieder ouder personeelslid van de universiteit die met pensioen of VUT gaat, of met wachtgeld volgens het sociaal beleidskader TVC, draagt tot deze doelstelling bij; ondanks bezuiniging blijven er dan arbeidsplaatsen voor jongeren. Op deze doelstellingen is op zich niets aan te merken, als er maar voldoende vaste staf blijft, naar kwantiteit en kwaliteit, want dat is wel de kurk waarop de universiteit drijft. Wat de VU betreft hebben we zorg over het bereiken van de genoemde doelstellingen. Het aantal leden van de vaste staf dat in de komende jaren voor pensioen, VUT of wachtgeld in aanmerking komt, is namelijk nogal klein. De VU vaste staf is gemiddeld jong, waarmee tevens gezegd is dat hij een leeftijdsopbouw heeft die ongunstig is voor het goed functioneren van de VU in de toekomst. Dat is een consequentie van de snelle uitbouw van de VU in de jaren '60 en '70, gevolgd door een zeer beperkt aantal nieuwe vastestafbenoemingen in de jaren '80. De werkingstermijn van de 55-plusregeling in het Sociaal Beleidskader TVC zou dan ook best een aantal jaren langer mogen zijn dan nu gesteld. Het drastisch beleid van minister en instellingen tot reductie van het aantal beschikbare topsalarissen terwille van het behoud van arbeidsplaatsen is niet zonder grote risico's voor de toekomst van het Nederlands W.O. De minister heeft dan ook toegezegd op korte termijn mogelijkheden te zullen openen voor het toekennen van 'markttoelagen', opdat het W.O. de concurrentie met andere sectoren in de samenleving niet verhest. Het is wel duidelijk dat in bepaalde faculteiten die 'markttoelagen' onder andere aan AIO's (assistenten in opleiding) zullen moeten worden toegekend. De budgettaire situatie waarin het wetenschappelijk onderwijs in het afgelopen cursusjaar verkeerde, was in een bepaald opzicht zeer opmerkelijk. In bet najaar van 1982 stelde de minister de meerjarenbezuiniging vast die als randvoorwaarde voor taakverdeling en concentratie gold, en die als zodanig nog steeds geldt. Al bijna twee jaar stabiliteit in de financiële planning op macroniveau, een minister die zijn woord houdt, 21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen