GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18

Bekijk het origineel

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

14: wetenschap uit. Voor deze kan men het geloof aan zichzelf niet missen. Mijn zelf-bewustzijn krachtens mijn geheugen verzekert mij het bestaan van mijn ikheid stellig, al is het geen evidente, maar slechts een subjectief vertrouwbare verzekering; de neo-psychologische ik-ontkenner mist zelfs die subjectief vertrouwbare zekerheid. Ons eigen onderzoek zelfs dat van den ijverigste onder ons is luttel. Onmogelijk kan ik alles zelf doen. Ik moet steunen op den verrichten arbeid van anderen en gelooven aan de juistheid van hunne waarnemingen: a. als ik mijn eersten stap zet op den weg der wetenschap. In den aanvang der studie is alle leeren eigenlyk een gelooven op het woord zijns meesters — alle uitspraak een „jurare in verbis magistri." b. als ik als patholoog urine onderzoek op suiker en ik krijg in mijn reageerbuisje de bekende reactie, dan weet ik door eigen aanschouwen, dat die urine suiker bevat, doch aan mijn weten gaat weder geloof vooraf — geloof aan de juiste waarneming van den chemicus die beweert dat genoemde reactie een bewijs is van de aanwezigheid van suiker. Zoo berust bijna alle weten van alle wetenschappelijke mannen, door eigen onderzoek tot stand gekomen in eerste instantie of instanties op het goed vertrouwen op de arbeiders in de meer elementaire wetenschappen van vroegeren en van den tegenwoordigen tijd. c. als wij leven moesten van het bitter beetje wetenschap, waaraan wij zelf arbeiden, dan zag het er voor allen treurig uit; maar gelijk de afgevallen bladeren dienen tot voedsel der boomen, zoo leven wij van den wetenschappelijken arbeid van het voorgeslacht en, naar wij hopen, het nageslficht van den onze. De wetenschap is een voortgaande stroom, nergens afgebroken, door alle generaties heenvhetende. De menschheid bestaat uit veel meer dooden dan levenden. Nu, dat voorgeslacht moeten wij vertrouwen. Wij moeten gelooven aan zijn bestaan, aan dezelfde psychische organisatie als wij hebben, aan zijn arbeid, aan zijn juist waarnemen, aan zijne waarheidsliefde. Evenzoo is geloof onmisbaar aan dezelfde eigenschappen van onze tijdgenooten; en daar de kwantiteit en kwaliteit van dezen wegens de vermeerdering van den wetenschappelijken arbeid en zijne toenemende differentiëering steeds grooter worden, is het noodzakelijk dat ook de inhoud van ons geloof toeneemt. Dat de arbeid van anderen in de wetenschappelijke wereld geen dadeiyk vertrouwen vindt, blijkt maar al te zeer uit de controle die weldra geschiedt, zoodra eene wetenschappelijke vondst is ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's

1901-1902 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 18

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 204 Pagina's