GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

64 De hersenen zijn nl. opgebouwd uit zenuwcellen en zenuwvezels, die door tusschen- of steunweefsel onderling in samenhang gehouden worden. De zenuwvezel is, zooals His en Forel vooreerst aangetoond hebben, geen zelfstandig iets, maar, wat aangaat haar hoofdbestanddeel, de ascylinder, eene voortzetting van de zenuwcel: de zenuwcel en de gezamenlijk van haar uitgaande uitloopers behooren te zamen, zijn deelen van één geheel; men vat haar op als zenuweenheid, waarvoor Waldeyer den naam neuron heeft gekozen. De uitloopers behooren tot de cel, zooals onze ledematen tot ons lichaam; zij laten zich niet van elkander scheiden, zonder schade te lijden. Deze zaak is echter later allerminst eenvoudig gebleken, waaraan wij onlangs in schoone woorden herinnerd zijn door eene boekaankondiging over het werk van professor Pekelharing , Voordrachten over weefselleer," door dr. M. C. Dekhuyzen i). We vinden daarin: „En nu het zenuwstelsel, de veel omstreden neuronentheorie! Het valt moeilijk, na het lezen en herlezen van dit deel van Pekelharing's werk, niet mee te gaan discussieeren. Welk bioloog loopt daar nu niet warm op ? Het belangrijkste en het moeilijkste van alle weefsels. Een terrein, waarop de histologie verplicht is, anders te handelen dan op de overige. Dat compacte, moeilijk voor fixeervochten toegankelijke, weefsel is meer het object voor hardingsvloeistoffen en voor differentieermethoden dan voor fixatie. Met differentieermethoden zijn bedoeld die, waarbij één cel uit talrijke schijnbaar gelijksoortige, respectievelijk één morphologisch bestanddeel uit vele, (bijv. één bepaalde soort fibril) door het één of andere, empirisch gevonden, reagens er toe gebracht wordt, zich duidelijk af te teekenen in onze praeparaten, Die methoden hebben alle iets grilligs over zich, in meerdere of mindere mate; maar men mist den waarborg, dat de fibril of de cel ook daar ophoudt, waar de specifieke reactie is opgehouden; het

') Zie Nederlandsoh Tijdschrift van geneeskunde Tweede helft No. ]4, van 30 Sept. 1905.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's

1906-1907 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 78

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1907

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 238 Pagina's