1948 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 100
92 het gij tot horigheid wordt gevoerd. De diepste grond van deze ikgij verhouding is dan de liefde tot God. De liefde tot God en die tot de naaste worden volkomen identiek geacht. In zijn latere publicaties echter laat G o g a r t e n deze visie varen. De ik-gij relatie vinden we dan reeds in de verhouding tot de naaste zonder meer. De mens is direct aan de naaste gebonden. Het opgevulde ik-gij schema met de begrippen autoriteit en horigheid blijft daarbij bestaan. Het is van hieruit gezien eigenlijk geen wonder dat G o g a r t e n na 1933 reeds spoedig nationaal-socialist werd. De oorzaak vinden we hierin dat het begrip autoriteit of gestelde macht niet in de zuivere vormen tot ons komt, maar in caricaturale misvormingen tot dictatuur en staatsalmacht kan worden, terwijl het begrip horigheid eveneens caricaturaal verschoven wordt in de richting van onderwerping en slavernij. Toch is dit ook zuiver anthropologisch gezien onjuist. W e zullen nu al die theologen welke de ik-gij relatie stelden niet op de voet volgen, slechts noemen we in dit verband nog K a r l H e i m. Deze legt de verhoudingen tot de wereld bloot in de verschillende dimensies. De mens kan op verschillende •wijzen in de wereld staan. De eenvoudigste verhouding tot de wereld is die tot de objecten, daarnaast vinden we als afzonderlijke dimensie het ik-, vervolgens ontdekken we het gij en tenslotte God. ledere ontdekking van een nieuwe dimensie ontstaat plotseling, als gegeven en het gevolg daarvan is een totale verandering van het wereldbeeld. Ik en wereld staan niet tegenover elkaar, maar behoren elk tot een eigen dimensie. De wereld kan nooit zonder ik zijn, maar evenmin het ik zonder de wereld. De verhouding tussen ik en wereld kan nu evenals bij G r i s e b a c h nader aangeduid worden als die tussen heden en verleden. Het ,,ik" is, terwijl de wereld der objecten töt historie is versteend. Het ik ontmoet ook andere perspectivische middelpunten, het ervaart de aanwezigheid van anderen. Nadat het zichzelf ontdekt heeft ontmoet het ik het gij en tenslotte ook God. Elke nieuwe dimensie gaat ons als door genade open en kan dus niet door het denken worden ontdekt en bemachtigd. De werkelijkheid laat zich slecht handelend en lijdend uitdrukken. Zodra we uit de ik-gij relatie treden vervallen we tot een consequent relativisme, dat elke werkelijkheid totaal oplost. God is dan de absolute waarheid, waar tegenover de wereldbeelden van de enkelingen slechts eenzijdige wereldaspecten zijn. Het gewordene, het historische is de tot beeld verstarde vertwijfeling en de waarom vraag voert in een eindeloze reeks steeds weer tot een nieuwe vraag. De existentiële werkelijkheid daarentegen is niet voor objectivering toegankelijk, dus evenmin voor de rationalistische geneeskunde. Wanneer het eeuwige ,,du" ons tegemoet treedt, dan is er van onze diagnostiek geen sprake meer. Uit het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 162 Pagina's
![1948 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 100](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1948-geloof-en-wetenschap-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1948/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1948
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 162 Pagina's