1951 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 158
138
H. J. VEENENDAAL
vast plan, omdat zij uitdrukking is van Gods gedachten. (4) Stel daarnaast Calvijns leer van de algemene genade, die enerzijds het bederf van het natuurlijke leven erkende, maar anderzijds vasthield aan de mogelijkheid om met het verstand in de kosmos in te dringen en de noodzakelijkheid om ook daarin God te dienen, en ge hebt de pijlers, waarop Kuypers liefde voor de wetenschap was gegrondvest: Er is orde, die orde is niet onkenbaar en er is een Goddelijke opdracht om die orde te leren kennen. Zijn waardering gold daarom niet alleen de theologie en de filosofie, maar alle wetenschap. Ook de natuurwetenschap heeft zich in hoge mate in zijn belangstelling mogen verheugen, en al is er veel in zijn publicaties, dat voor een beoefenaar der natuurwetenschap, toen zowel als nu, onaanvaardbaar was en is, dat neemt niet weg, dat hij in vele opzichten de juiste weg gewezen heeft, dat hij getracht heeft het Christenvolk weer „science-minded" te maken, en dat hij de Christen-natuuronderzoeker het fundament gewezen heeft, dat hem ook nu nog tot grondslag kan dienen. Zijn opvatting van de natuur en van de wetenschap, die zich met haar bezighoudt, wordt beheerst door het geloof, dat in de natuur God zich openbaart, hetgeen door de Nederlandse Geloofsbelijdenis als volgt wordt samengevat: „Wij kennen Hem door twee middelen. Ten eerste door de schepping, onderhouding en regeering der geheele wereld : overmits deze voor onze oogen is als een schoon boek, in hetwelk alle schepselen, groote en kleine, gelijk als letteren zijn, die ons de onzienlijke dingen Gods geven te aanschouwen, namelijk zijne eeuwige kracht en Goddelijkheid. .. ." Die Openbaring Gods in de natuur is voor Kuypcr maar niet een pro-memorie-post. Openbaren heeft voor hem de betekenis van leren. Hij beroept zich daarvoor op Jesaja 28 ; het is God, die de landman onderricht geeft over de wijze waarop hij zijn werk moet verrichten. Dat geldt niet alleen voor de boer, maar voor ledereen. Iemand kan „uit Gods Woord leeren hoe hij zijn werklieden te behandelen heeft, hoe hij eerlijk in zijn beroep heeft te verkeeren, dat hij den Sabbath heeft te heiligen, en zooveel meer, maar de kunst voor zijn beroep en de regelen voor zijn bedrijf en den wil Gods voor zijn arbeid, leert God hem niet in de Schriftuur, maar in de Natuur." (5) Als God ons leert, wat past ons dan anders dan ons in oprecht geloof, gewillig en met blijdschap te laten leren ? Dat houdt in dat wij niet proberen willen om het beter te weten dan God, maar
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1951
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 224 Pagina's