1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 84

JOH BLOK

64

DISCUSSIE Prof dl G J Sizoo vraagt een nadere toelichting over het getekende diagram, waarmee tijdens de voordracht het begrip „drempeldosis" werd gedemonstreerd Is hierbij een cumulatieve werking van achtereenvolgens toegediende stralmgsdoses ondersteld' Antwoord Inderdaad is hieraan wel gedacht Over de uitwerking van geringe stralmgsdoses is echter zeer weinig met zekerheid bekend Het diagram bedoelde alleen maar het verschil tussen twee mogelijkheden te illustreren a) Elke stralmgsdosis, hoe klem ook, brengt een zekere kans op schadelijke effecten met zich mee b) Beneden een bepaalde dosis, de drempeldosis, is straling absoluut onschadelijk De vraag of m geval a dosis en effect lecht evenredig zrjn en of de mate van cumulatie afhangt van de dosermgssnelheid, is met met zekerheid te beantwoorden Me] dr C BTuin vraagt hoe snel het onderzoek over de mogelijkheid van schadelijke effecten van geringe bestraling vordert en hoe lang het nog duren kan voordat men met enige zekerheid het ontstaan van leukemie als gevolg van geringe stralmgsdoses zal kunnen vaststellen Antiooord Daar de mogelijke late effecten van bestraling, zoals leukemie, ook van nature voorkomen met een met constante frequentie, is de mogclijkhgid met uitgesloten, dat statistiscn onderzoek nooit tot het gewenste doel zal kunnen leiden Dat leukemie door stralmgsdoses van de orde van enkele honderden rontgen kan worden geïnduceerd, is met zekerheid aangetoond Bij klemeie doses is de kans op leukemie-mductie zo gering (mogelijk zelfs met aanwezig) dat zij m de statistieken met tot uitmg komt Wellicht zal een benadering van het probleem van de theoretische kant nog eerder tot resultaat voeren De heer W Arntzen vraagt of er bij leukemiepatienten een verhoogd gehalte aan radioactief strontium m het bot gevonden is, zodat toename van de leukemiefrequentie aan radioactieve besmetting zou kunnen worden toegeschreven Antwoord Door de huidige besmetting wordt de natuurlijke stralmgsdosis op het bot slechts met enkele procenten verhoogd Dit is onvoldoende om een waarneembaie verhoging van de leukemiefrequentie te verklaren Men zou m dit geval eerdei geneigd zijn de oorzaak te zoeken m de medische toepassing van röntgenstraling, vooral wanneer embryonen of jonge kinderen aan straling blootgesteld worden De stralmgsdosis die hierbij aan het beenmerg wordt afgegeven is minstens even groot als de natuurlijke stralmgsdosis en dus veel groter dan de dosis tengevolge van de „fall-out" Zekeiheid omtrent de oorzaak is nog met verkregen Mej dr C Bruins vraagt of het onderzoek inzake de relatie tussen leukemie en bestraling voor spondilitis ankylopoetica niet uitgegaan is van een idee precongue en of de conclusie wel definitief is Antwoord Het onderzoek dat mij bekend is, is dat van Court Brown en Doll, onder meer gepubliceerd m het Engelse rapport ,,The Hazards to Man of Nuclear and Allied Radiations" De conclusie van dit onderzoek IS, dat, als er een drempeldosis bestaat, deze ligt beneden 400 rontgen Boven deze dosis is op statistisch verantwoorde wijze leukemiemductie door bestraling aangetoond Als men zou aannemen dat de kans op leukemie-mductie recht evenredig is met de stialmgsdosis, volgt uit de gegevens voor doseringen boven 400 rontgen, dat ongeveer 30 rontgen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen