GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 234

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

EVOLUTIE-PERSPECTIEF

191

gerichte organen kunnen „properly be included under the head of religions". Voor de verdergaande ontwikkeling van de mensheid is het strikt noodzakelijk dat deze in zijn geheel één visie op de toekomst heeft, d.w.z. dat de mensheid om te beginnen moet gaan streven naar één religie. De vraag is natuurlijk wat voor religie dit moet zijn. Bij de beantwoording van deze vraag begint Huxley met er op te wijzen dat in alle bestaande religies een opvatting over de geestelijke krachten die in deze wereld werken centraal staat. Zo hebben de hoogste religies als kern een, wat hij noemt, „god-hypothesis". Naar Huxley's stellige overtuiging heeft de wetenschap ontdekt dat de mens tot de opstelling van deze hypothese is gekomen door achter hem imponerende en door hem onbegrepen verschijnselen heilige krachten te projecteren en deze te personifiëren. Daar komt dan vervolgens de in Huxley's ogen verderfelijke zaak bij dat al deze religies pretenderen absolute waarheden te kennen en deze door openbaring te hebben verkregen. Dit gehele complex van god-hypothese, absolute waarheden en openbaring blijkt in het licht van de wetenschap „to have reached the limits of its usefulness as an interpretation of the universe and of human destiny, and as a satisfactory basis for religion. It is no longer adequate to deal with the phenomena, as revealed by the advance of knowledge and discovery". Wanneer dus de bestaande religies op wetenschappelijke gronden als verouderd beschouwd moeten worden, rust op ons, zegt Huxley, de taak een nieuwe religie op te bouwen, die wel met de resultaten van de wetenschap overeenstemt, beter nog, door haar opgesteld en beheerst wordt; „. .. .religion must ally itself whole-heartedly with science". De nieuwe religie, die Huxley noodzakelijk acht, noemt hij „Evolutionary Humanism". De vraag die vanzelfsprekend het eerste rijst is wat in dit evolutionistisch humanisme de centrale plaats van de god-hypothese overneemt. Het antwoord van Huxley hierop luidt: „ . . . . the religion indicated by our new view of our position in the cosmos must be one centred on the idea of fulfilment. Man's most sacred duty, and at the same time his most glorious opportunity, is to promote the maximum fulfilment of the evolutionary process on this earth; and this includes the fullest realization of his own inherent possibilities". Wij zien dus hoe Huxley de biologische evolutie-gedachte gebruikt om een religie op te stellen waarin het gigantische ontwikkelingsproces

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's

1959 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 234

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1959

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 295 Pagina's