1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 231
DE VLIEGENDE SCHOTEL ALS PSYCHOPATH. VERSCHIJNSEL 187
een Venusman (later leerde hij ook Marsmannen en dgl. kennen) is interessant. In 1952 landde niet ver bij hem vandaan een verkenningsschip in de woestijn. Een inzittende stapte uit en wenkte hem. Telepatisch kwam een gedachtenuitwisseling tot stand. Helaas zijn de door Adamski bij deze gelegenheid gemaakte foto's mislukt, maar toch heeft hij een bewijs voor deze ontmoeting. Dit is namelijk een gipsafgietsel van de afdruk, die de voet van de Venusman in het zand maakte. Deze voetafdruk heeft overigens geleid tot allerlei speculaties, zoals U straks uit de beschrijving van patiënt G. zult merken. Adamski's wijze van argumenteren komt in de discussie tot uiting : Vraag: Hoe weet U dat de Venusman echt bestond? Antwoord: Hij bloedde uit een wondje aan zijn hand. Vraag: Hoe weet U dat de vliegende schotel geen fictie was? Antwoord; Ik kreeg een schok toen ik in het magnetisch veld van het verkenningsschip kwam en mijn arm bleef hierdoor vier dagen geparalyseerd. Na dit contact was Adamski er van overtuigd dat de ontmoeting met de Venusman een diepere bedoeling moest hebben. Inderdaad zochten de ruimtewezens steeds meer contact met hem en werd hij aan boord van hun ruimteschepen genodigd. Zo kwam hij op de hoogte van de afkomst en bedoelingen van de „big brothers". Zij komen oorspronkelijk van de aarde en hebben al de eeuwen door het contact met de mensheid onderhouden. In Genesis wordt bijv. gesproken van de zonen Gods, die met de dochteren der mensen huwden, en Ezechiël heeft ook een vliegende schotel gezien. Adamski was tenslotte geheel ingewijd en overtuigd en doorbrak zijn publiek zwijgen. „Mijn boodschap is belangrijker dan militaire geheimen." In „The flying saucers have landed" en „Inside the spaceships" wordt deze boodschap nader omschreven. Het is een variatie op een oud thema: Op de andere planeten bestaat vrees voor de toekomst der aarde, nu de wetenschap de atoomenergie kent, zonder dat de mens er geestelijk rijp voor is. Onze „broeders" beheersen zelf alle natuurwetten en kunnen ons dus waarschuwen voor ons kinderachtig gepruts in de wetenschap. De aardse regeringsleiders zijn op de hoogte van deze waarschuwingen, maar weigeren de macht in handen van deze hogere wezens te geven. Wij, gewone stervelingen, moeten echter naar de superieure „broeders" leren luisteren. Om ons vertrouwd te maken met de gedachte aan niet-aardse verschijnselen, vertelde Adamski over wat hij op zijn ruimtereizen heeft gezien.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's