GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 173

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

DE BETEKENIS VAN DE INDUSTRIE VOOR DE NATUURWETENSCHAP O door G. J. SIZOO

Hoewel ik terzake geen opzettelijk onderzoek heb ingesteld, ben ik er toch van overtuigd, dat tegenwoordig de keuze van de studie in één der natuurwetenschappen bij het merendeel der studenten wordt bepaald door de mogelijkheid, die deze studie biedt, te zijner tijd een positie als wetenschappelijk medewerker in de industrie te verkrijgen. Vast staat in elk geval, dat meer dan de helft der afgestudeerden van de Wis- en Natuurkundige faculteiten afvloeit naar wat men, in tegenstelling tot het leraarschap, de „praktijk" pleegt te noemen en waarin de industrie met haar laboratoria een voorname plaats inneemt. Het is daarom begrijpelijk, dat op het programma van een vóór en dóór deze studenten georganiseerd congres plaats werd ingeruimd voor een bespreking van de wisselwerking tussen industrie en natuurwetenschap. Uit methodisch oogpunt aanvaardbaar is ook de wens van de organisatoren van dit congres om daarbij de beide richtingen in de verhouding afzonderlijk aan de orde te stellen. Het feit, dat men daarbij de bespreking van de betekenis van de industrie voor de natuurwetenschap vooraf wilde laten gaan aan de behandeling van het, in het algemeen toch meer gangbare, thema van de waarde, die de wetenschap heeft voor de industrie, mag, dunkt mij, worden gezien als symptoom van de gunstige waardering, die de industrie in deze tijd onder de studenten in de natuurwetenschap heeft. Bij wijze van tegenstelling zou ik er daarom allereerst aan willen herinneren, dat de waarde van de industrie voor de natuurwetenschap volstrekt niet altijd en met name niet onder de beoefenaars der natuurwetenschap, die algemene en positieve erkenning heeft gevonden, die thans vanzelfsprekend lijkt. In de antieke cultuur, die toch terecht als de bakermat van de

^) Voordracht gehouden voor het XXIIe Congres van Natuurfilosofische en Technologische faculteiten in Nederland, dd. 20 april 1960 te Amsterdam.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's

1960 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 173

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1960

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 304 Pagina's