GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 303

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

MAGIE IN DE ISRAËLITISCHE GENEESKUNDE

243

vinden. (Sabb. 11, 5 (Taan. 22 b). Boze geesten vervolgen de mens, zoals heidenen en rovers. Een boze geest kan een hond dol maken, meent de babylonische arts en talmoedgeleerde Mar Samuel. (Joma 83 b). Huidziekten, hartziekten en blindheid kunnen door boze geesten ontstaan (Keth. 61 b 8; Gittin 67 b; Pesachim 111 b; Chullin 105 b). De rationalistische Maimonides, zelf arts, beschouwt de angst voor een boze geest als een melancholie (comm. bij Sabb. 11, 5). In de Babylonische Talmoed vinden we, in tegenstelling tot de Palestinensische Talmoed en de Mishna, eveneens in Palestina ontstaan, belangrijk meer vermeldingen van boze geesten. Dit wijst er reeds op, dat het geloof aan boze geesten als ziekmakende oorzaak, in Babylonië ook onder de Joden sterker was, dan in Palestina. BLAU vermeldt het werk van Lenormant over de Magie en zegt dan (pag. 14): „Volgens Chaldeeuws geloof zijn alle ziekten het werk van demonen". Ziekten werden in de antieke Orient, zoals ook in het vroege Griekenland (Odyssee 19, 456) en overigens bij primitieve volken, oorspronkelijk door bezweringen en tovenarij behandeld, omdat naar het algemene inzicht ziekten door het inwerken van boze demonen ontstaan 1). Indien de bezwering en tovenarij geen genezing te weeg bracht, probeerde men het met geneesmiddelen of chirurgie (idem 1). De Pentateuch verbiedt waarzeggerij, orakeltaal, bezwering en tovenarij (Ex. 22, 18, Lev. 20, 27, Deut. 18, 10-13). Maar ondanks het monotheïsme, dat langzamerhand de afgodendienst geheel verdrongen had, bleef het bijgeloof aan demonen en geesten bestaan. In de Joodse geschriften wordt zo vaak over de geesten en demonen gesproken, dat het geloof aan deze resten van bijgeloof zeker krachtig geweest moet zijn, ondanks alle uitspraken en verboden. Vermoedelijk bekommerde het volk zich niet al te veel om de opvattingen der geleerden, van wie, het zij toegegeven, velen zelf nog aan demonen en geesten geloofden. In de geneeskunde was de toepassing van tovenarij niet verboden. Men nam zijn toevlucht tot tovenarij en bijgeloof, als de gewone medische wetenschap te kort schoot. 3. Bezweringsformules uit na-Bifbelse geschriften In principe was alles geoorloofd, wat voor de genezing van een ^) Babylonien und Assyrien. Bruno Meissner, Heidelberg 1925, pag. 283.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's

1962 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 303

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1962

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 350 Pagina's