1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 88

62

IN MEMORIAM

In 1949 behoorde hij tot de oprichters van de Nederlandse Anthropogenetische Vereniging, in vder werkzaamheden hij een zeer actief aandeel had. Gaarne zou hij nog meer tijd en kracht gewijd hebben aan de wetenschap der anthropogenetica, die nog in opkomst is en waaraan vooral ook in Nederland in het belang der volksgezondheid nog zo veel is te doen. In onze kring was hij op dit gebied vrijwel de enige deskundige. Ware de Medische Faculteit van de Vrije Universiteit aan een voorziening voor het onderwijs in de anthropogenetica toe geweest, dan zou Bruins de aangewezen figuur zijn geweest. Aan het Instituut voor praeventieve geneeskunde te Leiden heeft hij er lessen over gegeven. Bruins had een grote ijver en werkkracht. In tal van functies diende hij de gemeenschap. Zijn voorzitterschap van de Nederlandse vereniging van tweelingen hing nog rechtstreeks samen met het studieveld van zijn keuze; daarnaast diende hij het middelbaar en hoger onderwijs in leidinggevende functies. Hij was immers president-curator van het Baudartiuslyceum te Zutphen en sinds ongeveer een jaar curator, de „medische" curator van de Vrije Universiteit. In deze laatste functie zou hij, met name voor de Faculteit der geneeskunde, van grote betekenis hebben kunnen worden. Bruins' uiterlijk leven is gekenmerkt door een grote werkkracht en drang tot activiteit. Hij was een geëxtroverteerde, impulsieve natuur. Nergens kon zijn aanwezigheid onopgemerkt blijven. Als hij sprak, was de kamer gevuld.. Hij was een eerlijk mens, die zich door zijn inborst vele vrienden had verworven. Bruins had nog vele idealen. Hij is gestorven, toen hij aan het spreken was. Hij heeft de zin van zijn betoog niet kunnen afmaken — ze bleef een anacolouth. Zo schijnt ons ook zijn leven onvoltooid. Men had nog veel van hem verwacht. Het overlijdensbericht zegt echter nog iets meer. Het zegt: „hij leefde in de blijdschap en de verwachting te mogen delen in de opstanding van Christus en het eeuwige leven". Waar de aardse verwachting teniet werd gedaan, daar moge hij thans leven in de volkomen vervulling van zijn christelijke eeuwigheids-verwachting in een werkelijkheid, waar het geloof is overgegaan in aanschouwing. G. A. LINDEBOOM

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen