GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 168

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

134

i

H. M. KUITERT

Dit dilemma gaat — wat de filosofen er verder over zeggen mogen nog daargelaten — t.a.v. de H. Schrift niet op. De H. Schrift is de Zelfopenbaring Gods zoals die tot ons komt in Israels kennis van die Zelfopenbaring. Dat wil zeggen, zij is (in 19e eeuwse zin) noch objectief noch subjectief, maar beide tegelijk, in zoverre n.l. de bijbelschrijvers belijdend gesproken en geschreven hebben. 2. Genoemde omschrijving van Gods Zelfopenbaring houdt het volgende onder meer in : a. men doet de H. Schrift geen recht wanneer men haar Israëlietisch karakter niet honoreert. Dit karakter dient juist naar voren gehaald te worden met het oog op het rechte verstaan van de H. Schrift. b. Dat houdt op zijn beurt weer in dat wij — voorzover ons dat mogelijk is — de vragen naar de aard (genre) en naar het ontstaan en de daarmee verbonden vragen naar de overleveringsgeschiedenis van de tekst (eventueel tekstgedeelten) zo nauwkeurig mogelijk dienen na te gaan, om te verstaan wat de bedoeling van de tekst in z'n geheel is, of van een bepaald onderdeel binnen het geheel. 3. Waarom deze zee van werk? Omdat de christelijke kerk de H. Schrift als canon en enige regel des geloofs belijdt, en derhalve deze canon niet (om welke reden ook) iets anders mag laten zeggen dan zij zelf bedoelt. Bij dit laatste sluit de belijdenis van de inspiratie der H. Schrift aan. Inspiratie betekent niet dat wij geen moeite zouden behoeven te doen om de Schriften te verstaan, maar dat, naar wij geloven en belijden, deze Schriften door Gods bijzondere zorg zo ontstaan en overgeleverd zijn dat zij ons wijs kunnen maken tot zaligheid. 4. Het zou een misverstand zijn te menen dat Gods bijzondere zorg zich langs andere dan gewone menselijke wegen over de Schriften heeft uitgestrekt. Een dergelijk supranaturalistisch openbaringsbegrip is niet te handhaven. De gewone menselijke wegen, waarvan zojuist sprake was, betekenen dat wij langs de gewone weg van literair en historisch onderzoek van de tekst kunnen (en moeten, en mogen) nagaan wat de Geest tot de gemeente zegt, zonder dat hiermee enige afbreuk aan de eerbied voor de H. Schrift wordt gedaan. Integendeel, de rechte eerbied bewijst zich aan de rechte trouw jegens de tekst en haar bedoeling. Ik geloof dan ook dat de geref. traditie terecht van letterlijke inspiratie heeft gesproken, in die zin dat de Schriften tot op de letter toe de Schriften zijn die wij als canoniek ontvangen. 5. Toegepast op Gen. 1—3: wij moeten deze eerste verhalen waarin Israël getuigenis heeft gegeven van het geloof in God de Schepper,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's

1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 168

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's