1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 78
58
„NEDERLANDS GESPREK CENTRUM"
1. Als menselijk lotgeval van bijzondere aard, waarin de betrokkene een goddelijke beschikking ervaart (providentieel gebeuren). 2. Als — van hoger macht getuigende — doorbreking van de gewone orde (het mirakel of het wonder met collectieve repercussie). 3. Als de werkelijkheid zelf, in zoverre zij het begrip van de mens oneindig te boven gaat en hem deswege ontroert (het onuitsprekelijk mysterie). ad 1. Providentieel
gebeuren
In de gewone dingen van de dag valt de mens iets toe, dat voor hem van grote betekenis is. Hij is erdoor verrukt en beangst tegelijk. Toeval? Wat hem overkwam, daagt hem uit na te gaan waarvandaan dit kwam en waartoe. Hij staat voor iets onontwarbaars, dat hem — uit hoofde van zijn verwarring — noopt erover te spreken, er klaarheid in te brengen. De nuchtere verklaringen van omstanders komen hem bedacht voor. Zo kan het niet gebeurd zijn. Het is anders. Het was geen toevallige samenloop der dingen. Een hogere Macht heeft zich met hem en zijn lot benoemd. Er is iets bijzonders gebeurd om zijnentwille, een inbreuk op de verwachte en te bedenken loop der dingen (ofschoon als zodanig niet iets, dat uitzonderlijk is). Dit alles gebeurde hem ,juist hem. Het geeft zijn leven een beslissende wending. Het maakt hem gelukkig groot en ootmoedig („grandeur et misère"). ad 2. Het wonder met collectieve repercussie Wat gebeurde, gold niet voor één mens. Anderen kunnen of zullen het bevestigen. De wereld werd uit haar baan geslagen en heeft ieder, die het meebeleefde versteld doen staan. Vanaf de grond in ontzetting en vrees omhoog blikkend, zagen zij een glimp van Gods Almacht. Het onmogelijke is geschied. Nu moeten de mensen wel geloven, dat er een levende God is. Die alles vermag. ad 3. Het onuitsprekelijke
mysterie
Op velerlei wijze wordt de mens, die open in het leven staat, zich bewust van het mysterie als grondtrek der werkelijkheid: in de stilte van het eigen innerlijk, als het verruimende besef van één te zijn met al wat leeft en is in hem oplicht; in het omgaan met de gewone dingen
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's
![1963 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 78](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/orgaan-cvng-geloof-en-wetenschap/1963-geloof-en-wetenschap-orgaan-van-de-christelijke-vereeniging-van-natuur-en-geneeskundigen-in-nederland/1963/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1963
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 322 Pagina's