GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 168

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

132

P. J. THUNG

leven en dood zoals ze nu eenmaal zijn? Ontbreekt daar niet elk spoor van christelijke opstandigheid, van verzet en weigeren te berusten in de beperktheid van het menselijke bestaan? En in die iets melancholieke berusting, dat tikje tragiek, welke een geraffineerde innerlijke tevredenheid steekt daarin! Het ergste is echter, dat dit soort wijze berusting, al dan niet na toevoeging van een troostend hiernamaals, door zovelen met het christendom wordt vereenzelvigd. En dat deze identificatie een der oorzaken is van de toenemende afkeer van het christendom in dit ontwakende natuurwetenschappelijke tijdperk. Ik meen dat thans op het levensbeschouwelijk front een soortgelijke situatie dreigt als destijds op het sociaal-politieke front, toen men de kerken verweet dat ze slechts de krachten van het behoud dienden. Dat ze de vooruitgang tegenhielden door berusting te prediken en het evangelie te binden aan een tijdelijk menselijk bestel. Het gaat nu om een geheel ander gebied, maar er dreigt een soortgelijk misverstaan van Bijbel en evangelie. Het berustende „er is een tijd van komen en van gaan" is waarlijk niet christelijk. Kennen we niet, uit Oude en Nieuwe Testament, een heel ander doodsbeleven? Een gedachtenwereld waarin de dood blijft wat hij in ons diepste hart toch altijd voor ons is: de vijand die macht over ons heeft. En om uitredding uit wiens hand wij bidden in zware ziekte: „Here, verlaat mij niet, mijn God wees niet verre van mij, haast U mij ter hulpe!" (Ps. 38). Want al weten wij, als Hizkia, dat onze dagen geteld zijn, wij mogen en moeten zelfs bidden: „Heer, bij deze dingen leeft men, ja hierin is het leven van mijn geest: dat Gij mij gezond zult maken en doen leven." Ook dit is een soort sterfelijkheidsbesef, maar naar ik meen evangelischer van aard. Want het is in de eerste plaats een levensbesef. Het leven, de genade van te mogen leven, staan hier centraal: „Want het dodenrijk looft U niet, de dood prijst U niet, de levende, de levende, hij looft U." Dit levensbesef, waarbij men de dood tegemoet ziet en toch niet berust in de sterfelijkheid, omdat men weet dat ook God daarin niet berust, dit is naar mijn gevoel wat we moeten vasthouden bij het ingaan van het atoomtijdperk of hoe het ook zal komen te heten. Het is een levensbesef dat niet in vruchteloze oppositie hoeft te blijven staan tegenover het eindeloze leven, het „ont-eindigde" leven dat ons uit de toekomst aanstaart. Wie vasthoudt aan de aloude voorchristelijke wijsheden over 's mensen sterfelijkheid, kan op den duur de pretenties

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's

1964 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 168

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 316 Pagina's