1970 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 239

H. VERHEUL

195

op aarde ontstond, ongeveer lO** jaar geleden, G ongeveer 10% groter zijn geweest dan nu. Uit een eenvoudige berekening van het effect hiervan op de zon en op de afstand van de aarde tot de zon, blijkt dat de temperatuur op aarde dan ongeveer 100 C hoger zou zijn geweest dan nu. Dit betekent dat er geen water in de zeeën was waarin dit eerste leven juist zou zijn ontstaan! Een voorbeeld van een experiment waarmee men de onderstelling dat een grootheid constant is onder extreme omstandigheden beproefde, en zo dus het geldigheidsgebied uitbreidde, is het volgende. Volgens de relativiteitstheorie is de snelheid van electromagnetische golven, dus ook de lichtsnelheid, onafhankelijk van de snelheid van de lichtbron. Michelson en Morley hebben met hun beroemde experimenten aan het eind van de vorige eeuw aangetoond, dat dit binnen bepaalde grenzen geldt. Alvager en anderen voerden in 1965 een moeilijk experiment uit om te onderzoeken of dit ook nog geldt voor electromagnetische straling van zeer hoge energie uitgezonden door een bron die zich met grote snelheid beweegt. Gebruik makend van de faciliteiten bij het CERN te Geneve bepaalden zij de voortplantingssnelheid van gammastraling met een energie groter dan of gelijk aan 6 GeV, uitgezonden bij het verval van jr mesonen in de vlucht. Wordt het verschil tussen de gevonden waarde van de voortplantingssnelheid en de lichtsnelheid geschreven als een constante maal de snelheid van de bron van de gamma-straling, de n mesonen, dan wordt voor die constante gevonden: (O ± 1,3) X 10"^, hetgeen genoemd uitgangspunt dus bevestigt en het geldigheidsgebied ervan vergroot. Al kunnen we een grootheid op grond van de beschikbare gegevens als een natuurconstante beschouwen, te verwachten is dat onze kennis van die grootheid toe zal nemen. Immers de experimentele gegevens, waaruit we de waarden van deze constanten leren kennen, blijven in getal en in nauwkeurigheid toenemen. Om de „beste waarden" van de natuurconstanten te vinden moeten alle experimentele gegevens die er informatie over geven bestudeerd worden. Meestal wordt met een experiment echter niet de waarde van één van de natuurconstanten zelf bepaald maar de waarde van een grootheid die op een ingewikkelde manier van de natuurconstanten afhangt. Met de gangbare theorieën in hun beste vorm wordt dan een systeem van vergelijkingen gevoermd, waarmee de waarden van de constanten verbonden worden aan de experimentele gegevens. Op hen, die op een bepaald moment met statistische methoden uit zo'n

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen