1971 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 118

78

BESPREKING COUVÉE - MAG HET?

te gaan op de „boodschap" van de brochure, in de hoop dat ik die heb weergegeven). Kritiek Maar als het nu gaat om geloof in geopenbaarde feiten, waarom opereert ds. Couvée dan uiteindelijk toch rationeel? Anders gezegd: waarom toch een beroep op het intellect, als het gaat om geloofsinhouden. Nog anders: waarom een beroep op Lam, op Bavinck, tegen Lever, als het inderdaad gaat om openbaringsgegevens (dat zijn: harde feiten, die waar zijn omdat ze geopenbaard werden). Dat zijn mijn kritische vragen in eerste linie. Dat houdt ook kritiek in ten aanzien van de kring van niet-onvermaarde protestanten die deze brochure wil doen uitreiken aan abituriënten van middelbare scholen. De brochure is inhoudelijk onduidelijk, door een wonderlijke mengeling van rationele en religieuze elementen, die, ik geef dat gaarne toe, ongetwijfeld in de persoon van de auteur geïntegreerd zijn. Maar, om het scherp te formuleren :ik zie in deze brochure een nieuwe, betere, maar daarom nog niet acceptabele poging, om te zeggen: „De Bijbel heeft toch gelijk!" Ik ben van mening dat men jonge mensen niet helpt door ze over dit soort Zeuens-problemen op deze wijze voor te lichten. De verwarring zal eerder toenemen, omdat zij, evenzeer als ds. Couvée, als dr. Lam, als dr. Bavinck, als ik, de problemen in persoon dienen te integreren. Maar laat ons dan, liever, een duidelijke uiteenzetting geven van de problematiek.. Een positiebepaling van de recensent Laat ik trachten om eens in kort bestek aan te geven waar, allereerst voor een bioloog in algemene zin, de problemen van zijn vakwetenschap liggen om vervolgens aandacht te geven aan de, veel moeilijker, positie van de bioloog die graag Christus wil navolgen: 1. Een bioloog kan, in dit leven, zich leven slechts voorstellen in de vorm van organismen, d.w.z. gehelen van vorm en functie. Het probleem van de „bouillon", de „oersoep" ligt inderdaad in het feit dat leven beleden wordt in ongeorganiseerde vorm, onvoorstelbaar. Maar, anderzijds, uit structuur en functie van een bevruchte eicel ontwikkelen zich, langs onvermoede weg, structuur en functie van een menselijk organisme (mèt zijn geloof, zijn ethiek, enz.). 2. Een bioloog ziet een duidelijk onderscheid tussen dier en mens (o.a. omdat hij in zijn wetenschappelijk bezig zijn voortdurend van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen