Gedenkboek van de viering van het 50-jarig bestaan der Vrije Universiteit te Amsterdam op 20-22 oktober 1930 - pagina 114

96 REDE PROF. MR. D. P. D. FABIUS.

noemde veelmaal vervloekt van den Heere der heirscharen, en Dr W.

VAN DEN BERGH, die van haar getuigde, dat zij strijdt met elk der Tien

Geboden'), — in wezen slechts het woord van Dr GUNNING herhaalden.

de verwachting uit, „dat de kerkregeling van 1816 sterven zal. W a n t met het ge-

loofsleven der gemeente hangt zij op geenerlei wijze te zamen." Op blz. 13 ver-

klaart Dr GUNNING het onnoodig, aan die organisatie „opzettelijk en plechtig de

gehoorzaamheid op te zeggen, want" — zoo gaat hij voort — „dat heb ik, gelijk

velen, reeds dikwerf met de daad en openlijk gedaan, zonder dat ooit iemand er

mij een enkel woord van bestraffing over heeft toegevoegd."

In de door Dr GDNNING gegeven kwalificatie van de Synodale organisatie ligt

m. i. dat alle kerkherstel moest beginnen met het ter-zijde-stellen van die organi-

satie ; zonder lijdelijk afwachten, of zij ook „sterven" zal. Alzoo, dat het kerkherstel

in 1886 en volgende jaren is aangevangen ; dat die lijn moet worden doorgetrokken,"

dat, te meer na die jaren, het spreken over kerkherstel met behoud van de Synodale

organisatie ernstige aandacht niet verdient. W a a r o m ik moeilijk kan instemmen

met de waardeering van Prof. BOUWMAN in De Bazuin (overgenomen in Kerkblad

van de Geref. Kerken van 's Gravenhage, Nr. v. 14 December 1930) voor het 15

October te voren gevormde Nederlandsch Hervormd Verbond tot Kerkherstel, welk

Verbond wil herstel van de onder de Synodale organisatie achtergebleven Kerk,

zonder met die organisatie in strijd te geraken. P r o f BOUWMAN ziet in deze poging „iets

heroieks." Ik niet. Herstel van den waren godsdienst met behoud van den dienst der

afgoden is reeds onder Israël gebleken, veeleer het tegendeel van heroïek te zijn.

') Wellicht — zooals ik mijnen vriend heb gekend— in dezer voege.

Strijd met het eerste gebod, dat volgens den Heidelberger Catechismus eischt,

„dat ik den eenigen waren GOD recht leere kennen", terwijl de Synodale organisatie

valsche leer omtrent GOD beschermt.

Met het tweede gebod, dat volgens den Catechismus leert, dat GOD „zijne Christenen

door de levende verkondiging zijns Woords wil onderwezen hebben." Waartegenover

de Synodale organisatie zelfs de bestrijding van zijn Woord door predikanten gedoogt.

Met het derde gebod, volgens hetwelk wij GOD'S Naam niet anders dan met

vreeze en eerbied gebruiken, „opdat Hij van ons recht bekend (beleden)" worde.

Echter bevordert de Synodale organisatie het niet „recht" belijden van GOD'S Naam.

Met het vierde gebod, volgens hetwelk wij op den Rustdag tot de gemeente GOD'S

naarstiglijk hebben te komen „om GOD'S Woord te hooreu", enz.. Maar de Synodale

organisatie bevordert het komen naar leeraars, die GOD'S Woord niet doen hooren.

Met het vijfde gebod, volgens hetwelk ik mij allen, die over mij gesteld zijn, met

behoorlijke gehoorzaamheid onderwerpe, „aangezien het GODE belieft, ons door

hunne hand te regeeren." Maar de Synodale organisatie handhaaft tevens, die van

zoodanig Goddelijk recht der Overheid niet weten. Ja, zij is zelve in opstand tegen

JBZUS CHRISTUS, als den eenigen Koning zijner Kerk.

Met het zesde gebod, dat doodslag verbiedt. Doch de Synodale organisatie ver-

moordt door valsche leer, die zij beschermt, de zielen.

Met het zeveitde gebod, dat zich tegen echtbreuk keert. E c h t e r doet de Synodale

organisatie de gemeente afhoereeren van haren wettigen Bruidegom.

Met het achtste gebod, dat diefstal veroordeelt. Echter ontsteelt de Synodale

organisatie aan CHRISTUS zijn Koningschap over de Kerk, en zijne met zijn heilig

bloed gekochte Bruid.

Met het negende gebod, dat valsche getuigenis wraakt. Maar de Synodale organi-

satie gedoogt, dat dwaalleeraars valsch getuigen omtrent GOD.

Met het tiende gebod, hetwelk naar den Catechismus veroordeelt „de minste lust of ge-

dachte" tegen eenig gebod GOD'S in mijn hart. Daarentegen beschermt de Synodale orga-

nisatie prediking, die de geboden GOD'S verwaarloost, en alzoo den lust daartegen voedt.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen