De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 71
PROF. MR J. ORANJE 61
Wij vreesden, zooals wij nu nog vreezen voor het leven van zoo-
velen uit onzen kring, voor dat van onzen collega Coops, van den
lector Grosheide, van de heeren van Dijk en Schouten, van de
studenten, opgesloten in gevangenissen en de concentratiekampen,
te werk gesteld in Duitschland, overgeleverd aan dat volk, dat in
deze vijf oorlogsjaren aan de wereld heeft laten zien, tot welke
onmenschelijke wreedheden en laagheden het in staat is, hoe
weinig achting het heeft voor het leven van de burgers van eigen
land, laat staan van inwoners van landen, waarmede het zich in
oorlog bevindt.
Onze eenige troost is, te weten, dat de onzen in leven en sterven
het eigendom zijn van hun lieven Heiland. En dat was Rutgers
ook. "Wij misgunnen het hem niet, dat hij na zijn lange leven van
activiteit nu de eeuwige rust ingegaan is, na ongetwijfeld zoo bitter
te hebben geleden. Maar wij zijn zoo zielsongelukkig, omdat
Rutgers niet meer tot ons terugkeert. "Wij zijn zoo innig bedroefd,
want wij verlangden zoo naar hem terug. Dat deden zijn vrouw
en kinderen, dat deden zoovelen in den lande, dat deden de stu-
denten en dat deden ook wij, zijn collega's.
Wij willen in dit plechtige uur ons het beeld van Rutgers voor
den geest halen, ons steeds daarbij voor oogen houdende, dat hij
wist en dat wij weten, dat alle gaven, waarover een menschenkind
beschikt, alleen door God geschonken worden.
Rutgers was volmaakt van dezen tijd; maar hij was ook van een
vorige generatie. Hij was een man, die de vraagbaak voor iedereen
was; voor zijn gezin, over de dagelijksche dingen van het huis-
houden even goed als over de geestelijke vraagstukken, waarmede
het in aanraking kwam; voor de collega's, over de mos van de
Universiteit even goed als over juridische, theologische, literaire
onderwerpen; voor de jongeren in den lande, over het verleden
op politiek en ander terrein, even goed als over de toekomst en
den wederopbouw van het Koninkrijk; voor de ouderen, over hun
verhouding tot de jongeren even goed als over hun persoonlijke
teleurstellingen en successen.
Rutgers had stijl. Hij ontving als een voornaam gastheer en toch
voelden zijn gasten zich bij hem op hun gemak, zelfs zijn studenten.
Hij sprak nooit hoogdravend, maar zijn betoog werd naar inhoud
of vorm evenmin ooit platvloersch. Hij verzette enorm veel werk,
maar hij was nooit de slaaf van zijn arbeid. Alles aan hem was
leven, geest, belangstelling, doordachtheid. Hij sliep op tijden,
's nachts of overdag, waarop hij niet actief bezig behoefde of kon
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's