De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 139
P R O F . MR J . O R A N J E 127
maken met de afschuwelijke werkelijkheid, dat wij nog een winter
zouden moeten doormaken in het donker, in de kou en met een
hongersnood voor oogen, en dat alles onder het juk van een steeds
doldriester optredenden, roovenden en moordenden vijand.
Indien gij U verder in het geheugen wilt roepen, dat onze Uni-
versiteit haar poorten voor haar studenten sloot op Zaterdag 10
April 1943 (weliswaar om de achterdeur op Maandag 12 April
voor alle niet-teekenaars in den lande wagenwijd open te zetten)
zult gij tevens willen goedkeuren, dat de Heer Nauta de fata over
het jaar 1942/43, waarin hij Rector was, op Woensdag 22 Sep-
tember 1943 niet in een openbare, maar in een besloten vergadering
vermeldde.
Om nu maar ineens met het noodrecht af te rekenen: nu ik van-
daag U de fata ga vermelden over de cursusjaren 1942/43, 1943/44
en 1944/45, meen ik nog op tweeërlei wijze van de mos te mogen
afwijken.
In de eerste plaats, door een terugblik te geven over den geheelen
bezettingstijd ten aanzien van enkele aangelegenheden van alge-
meen belang.
In de tweede plaats, door ook over de toekomst iets in het midden
te brengen, daar wij heden immers officieel de heropening van
onze Universiteit vieren na de bevrijding van ons Vaderland van
de dwingelandij.
Als ik het leven van onze Universiteit mag vergelijken met de
vaart van een schip, kan ik niet anders dan met de grootste dank-
baarheid ervan gewagen, dat het schip tot nog toe behouden heeft
gevaren. Het heeft menigen storm getrotseerd.
Mijn eerste taak is, in Uw midden God den Heer openlijk op het
eerbiedigst te danken, dat onze Universiteit niet zoo gehavend is,
dat zij niet meer of nog niet geopend zou kunnen worden.
Weinigen onzer zullen na den verraderlijken inval der Duitschers
in 1940 hebben durven hopen, dat het zoo met ons zou afloopen,
als door Gods goedertieren genade het geval is geweest, want er is
veel vrees beschaamd.
De gebouwen zijn gespaard gebleven. Het kapitaal is niet ingepalmd
door de grijpvingers van de organisatie Müller-Lehning. De in-
ventaris is voor een groot gedeelte ongeschonden gebleven, on-
danks de boosaardige aanvallen van de bezetters. En dat alles
ondanks het feit, dat de Duitschers zich er ten volle van bewust
waren, dat juist onze Universiteit een haard van verzet was.
Anderzijds moeten wij ons hoofd diep buigen als wij denken aan de
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946
Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's