GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 27

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 27

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

P R O F . MR V. H. R U T G E R S 23

Geheel onbevredigend is de voorstelling, die schrijver geeft van

het Romeinsche strafrecht.

Schrijver onderscheidt te weinig de perioden van de Romeinsche

rechtsontwikkeling. De Lex Aquilia wordt wel enkele malen ver-

meld, maar niet aan een afzonderlijk onderzoek onderworpen.

Toch is het betrekken, niet alleen van dolus, maar ook van culpa

onder deze wet van fundamenteele beteekenis geweest voor de

ontwikkeling der schuldvormen tot op den huldigen dag.

Zoowel bij de kanonisten als bij de postglossatoren vindt men

aanknooping van de strafrechtelijke onderscheiding van dolus en

culpa bij de culpa-opvatting van de lex Aquilia. Reeds Paulus

(1 31 D9, 2) definieerde de culpa met behulp van het „provideri

posse", een criterium, dat de schrijver eerst bij de schuldleer der

postglossatoren ter sprake brengt. Het veronachtzamen van de lex

Aquilia moet dan ook als een ernstige leemte in 's schrijvers over-

zicht worden aangemerkt.

Geheel onvoldoende is voorts het kanonieke recht behandeld.

Hieraan zijn nog geen twee bladzijden gewijd.

Het zeer globale beeld, dat op deze wijze van de kanoniekrechte-

lijke schuldleer gegeven wordt is bijna geheel aan het summiere

overzicht van Löffler ontleend, terwijl zelfs het belangrijke werk

van K u t t n e r Kanonistische Schuldlehre von

G r a t i a n bis auf die D e k r e t a l e n G r e g o r s IX

(1935) niet geraadpleegd is. Zeker had niet mogen worden nage-

laten aandacht te wijden aan de verhouding tusschen peccatum en

delictum en aan hetgeen daaruit voor de strafrechtelijke schuldleer

der kanonisten voortvloeit.

Had de schrijver zulks wel gedaan, dan zou hem gebleken zijn,

dat het kanonieke recht eigen gegevens medebracht voor de opbouw

van het strafrechtelijk schuldbegrip en de onderscheiding van de

schuldvormen en niet alleen maar gegevens uit het Romeinsche

en Germaansche recht bewerkte. De door schrijver in navolging

van Löffler vermelde leer van het „in re illicita versari", die heeft

nagewerkt in het begrip van de door het gevolg gequalificeerde

delicten, geeft zeker geen voldoenden indruk van de zelfstandige

bijdrage van het kanonieke recht voor de ontwikkeling van het

schuldbegrip.

Had de schrijver zich meer in het kanonieke recht verdiept, dan

zou hij ook zeker niet nagelaten hebben in het licht te stellen,

dat zijn eigen leer, volgens welke in de strafbare daad zich een

minachting jegens de rechtsorde openbaart en dat de schuldvormen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's

De Vrije Universiteit in oorlogstijd - pagina 27

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1946

Publicaties VU-geschiedenis | 200 Pagina's