De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 394
De Vrije Universiteit van 1905 tot 1955, een halve eeuw geestesgeschiedenis van een civitas academica.
een hartaanval kreeg. Vervolgens overleed in 1963 plotseling
mevrouw J.W. Dooyeweerd-Fernhout en ook dat gaf stagnatie. Op
de jaarvergadering van de Vereniging voor Calvinistische
Wijsbegeerte, op 2 januari 1964, zei Dooyeweerd over dat derde
deel van Reformatie en Scholastiek:
dat deel is niet klaar, maar WEIS ZO ongeveer op de helft en toen - ik
zal het maar eerlijk zeggen - ben ik blijven steken in het evolutievraag-
stuk en kwam ik tot de conclusie dat ik erg graag zou willen, dat een
bioloog dit eerst eens helemaal behandelde, wat dan ook gebeurd is,
zoals u weet, in het boek van prof. Lever. Dus ja, dat obstakel zal dan
nu wel enigszins uit de weg zijn geruimd, vooral omdat ik mag hopen
dat ik me over het boek van Lever nogal uitvoerig heb uitgelaten in
ons tijdschrift. Dus hoop ik nog wel dat me de kracht gegeven wordt
om dat derde deel te voltooien.
Maar in 1964 trof hem een tweede hartaanval en het derde deel
bleef onvoltooid. Terwijl deel n en n i van Reformatie en Scholastiek
in de Wijsbegeerte als geheel nimmer verschenen en daarmee de
antropologie van Dooyeweerd niet werd afgerond, kwam wel een
herziening en vertaling van De Wijsbegeerte der Wetsidee tot stand.
In A new Critique of Theoretical Thought vinden we opnieuw dat
merkwaardige laatste hoofdstuk, de 'conclusion' over 'the position of
man in the temporal world'. Daarin lezen we: 'Nevertheless the
present work does not yet contain a philosopical anthropology. We
have reserved this theme for the third volume of our trilogy
Reformation and Scholasticism in Philosophy.'' Het liefst zou
Dooyeweerd die tweede trilogie afgewerkt en in het Engels
gepubliceerd hebben, maar daarbij had hij hulp van een bioloog
nodig. Diemer kwam echter door de oorlog om, Duyvené de Wit
ging naar Zuid-Afrika en overleed vroegtijdig en bij Lever kon
Dooyeweerd geen blijvende aansluiting vinden, omdat hij de bioloog
te weinig speelruimte bood binnen zijn antropologie, met zijn
specifieke opvatting van tijd en evolutie, boventijdelijk hart en
voltooide schepping.
Anders dan de Nederlandse titel verwijst de Engelse 'new Criti-
que' naar de drie kritische werken van I. Kant: Die Kritik der reinen
theoretischen Vemunft, Die Kritik der reinen praktischen Vemunft en
Die Kritik der Urteibkraft. Inhoudehjk werd die verwijzing mogelijk
door de toevoeging van de 'transcendentale critiek van het wijsgerig
denken' aan de vertaling. Deze transcendentale kritiek noemde
388
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1987
Publicaties VU-geschiedenis | 460 Pagina's