De Vrije Universiteit na Kuyper - pagina 382

som der delen. Als de mens op die wijze schept, volgt hij daarin

dan misschien het voorbeeld van de geschapen evolutie?

De tweede probleemstelling ligt in hetgeen Dooyeweerd cursief

schreef: 'De mens laat zich niet vanuit het dier verstaan, maar

omgekeerd het dier laat zich slechts verstaan vanuit de mens,

omdat slechts binnen de act-structuur der menselijke hchamelijkheid

de dierhjke onder-structuur dezer laatste haar relatie tot onze ken-

acten kan ontsluiten en dus voor ons kenbaar wordt.'

Dooyeweerd is in deze uitspraak met tweemaal 'slechts' zeer

stelhg. En als het om de totale mens gaat, heeft hij gelijk. Maar in

de biologie bestudeert men intussen het dier wel degelijk om de

mens beter te begrijpen. De biologie wordt immers vaak gedoceerd

als inleidende wetenschap voor de studie der geneeskunde. Er zijn

meteen al praktische redenen om de evolutionaire blikrichting van

'oerknal' naar de mens in de vakwetenschappen een plaats te

geven, ook al zal men vaak theologisch èn wijsgerig van de

tegenovergestelde bhkrichting uitgaan.

Als ik in het volgende hoofdstuk inga op de laatste ontwikkelin-

gen bij Dooyeweerd, dan is in dit hoofdstuk al aangegeven dat hij

mee bepaald werd door verschillende vooroordelen van zijn

generatie: zijn bijbel-opvatting, zijn tijds-opvatting en zijn evolutie-

problematiek. Zoals ook wij bepaald worden door onze

vooroordelen.

376

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Terug naar resultaten Printen